Commentaar: Angst voor islam mag christenen niet verlammen
Veruit de meeste lezers van deze krant zullen zondag naar de kerk zijn geweest, eenmaal of in veel gevallen tweemaal. Bijna iedereen uit de achterban van deze krant weet dat dit op zondag een goede gewoonte is. Juist de kerkgang maakt de zondag tot zondag.
De Duitse bondkanselier Merkel heeft er recent op aangedrongen bij de burgers van haar land om eens wat vaker naar de kerk gaan. Daarmee zouden ze tonen dat het christelijk geloof voor hen van betekenis is. Dat is volgens de bazin van de Bondsrepubliek nuttig in het debat met de islam.
Voor een deel moet dit advies van Merkel gezien worden tegen de achtergrond van de situatie van de Duitse kerken. Het kerkbezoek is daar minimaal. Weinig leden vinden het nodig om ’s zondags een dienst te bezoeken. Vergeleken met onze oosterburen is het kerkbezoek in ons land nog altijd behoorlijk.
Toch is de opmerking van de Duitse bondskanselier ook voor mensen in ons land van belang. De diepere betekenis van Merkels advies is namelijk dat de omgeving van christenen moet zien wat de waarde en de betekenis van het geloof voor hen is. Dat houdt in: ’s zondags naar de kerk, maar op maandag en de volgende dagen ook tonen dat men het geloof serieus neemt. Dus: christen-zijn in handel en wandel.
Natuurlijk is daarmee niet de totale dreiging van de islam weggenomen. Maar het is wel een belangrijke bijdrage bij het zoeken van een antwoord op de vraag hoe men zich teweer kan stellen.
Algemeen is bekend dat een belangrijk kritiekpunt van veel moslims op de westerse samenleving is dat deze normloos en decadent is. Orthodoxe moslims merken nogal eens schamper op dat Europese burgers wel zeggen dat hun cultuur joods-christelijke wortels heeft, maar dat dit nergens uit blijkt. Daarbij wijzen ze op standpunten ten aanzien van ethische kwesties, op het soms losgelagen gedrag van jongeren, op allerlei perversiteiten die niet alleen worden toegelaten maar zelfs door de overheid worden aangemoedigd. In dit verband noemen moslims nogal eens overheidssubsidies voor culturele activiteiten waarbij zo ongeveer elk gebod van de Tien Geboden met voeten wordt getreden. En die mensen die zeggen te staan in joods-christelijke traditie doen daar niets tegen. Waarom zouden moslims dan de joods-christelijke cultuur moeten respecteren? Het bestrijden ervan ligt voor hen meer voor de hand. Het kwaad mag immers niet voortwoekeren.
Helemaal onbegrijpelijk is die gedachtegang niet. Maar wil dat zeggen dat christenen dan maar bij de pakken moeten gaan neerzitten? Nee, deze kritiek moet voor hen juist een aansporing zijn om (nog) meer duidelijk te maken dat het geloof voor hen consequenties heeft; dat ze zich inspannen om het libertijnse klimaat te veranderen. Wie zich daarvoor niet wil inzetten, kan wel tranen plengen over de opmars van de islam, maar dat zijn dan krokodillentranen. Meer niet. Merkel had gelijk: christenen moeten meer spankracht hebben door te tonen dat hun geloof veel voor hen betekent. Angst voor de islam mag niet verlammend werken, maar dient juist aan te sporen tot daadwerkelijk getuigen.