Brede kritiek op spaarbelasting
DEN HAAG. Fiscalisten en economen kraken massaal de nieuwe manier waarop het kabinet vanaf 2017 het rendement op vermogen wil gaan belasten.
Nu gebeurt dat nog door middel van het belasten van een fictief rendement van 4 procent, maar omdat dit steeds minder aansluit bij de rente die spaarders ontvangen op hun tegoed bij de bank, komt staatssecretaris Wiebes (Financiën) op Prinsjesdag met voorstellen om de vermogensrendementsheffing aan te passen.
Mensen met kleine spaartegoeden worden hierdoor straks wat minder zwaar belast over dat spaargeld, terwijl mensen met spaargeld of vermogens boven de 125.000 euro juist met een zwaardere belasting te maken krijgen. Dat komt doordat het kabinet een staffel wil invoeren, waardoor naarmate iemand meer vermogen heeft een hoger verondersteld rendement wordt toegerekend. Zo loopt het fictieve rendement straks op van 2,9 procent bij vermogens tot 100.000 euro tot 5,5 procent voor vermogens boven de 1 miljoen.
Diverse fiscalisten en economen hebben kritiek op die plannen. Hun bezwaar is vooral dat het kabinet nog altijd een fictief rendement blijft belasten en niet de daadwerkelijke winst die in een jaar tijd met het vermogen is behaald. Zo noemde hoogleraar en PwC-fiscalist Stef van Weeghel, in 2010 leider van een door het kabinet ingestelde Belastingcommissie, de plannen onlangs al „een stapeling van fictie op fictie.” In het Reformatorisch Dagblad sluit hoogleraar economie Bas Jacobs zich maandag bij die kritiek aan. Volgens Jacobs moet iemand die geld op een spaarrekening heeft staan, en gecorrigeerd voor inflatie daarom zelfs een negatief rendement haalt, straks nog altijd belasting betalen, terwijl burgers die met hun vermogen op de beurs enorme winsten boeken in veel gevallen spekkoper blijven. Ook noemt hij het „onzinnig” dat het kabinet beweert dat een heffing op het échte rendement te complex zou zijn. „Waarom kan het dan in bijna alle andere ontwikkelde landen wél?” aldus Jacobs.
In het FD schaarde vanmorgen ook emeritus hoogleraar economie en belastingwetgeving Sijbren Cnossen en fiscaal jurist Robert van der Jagt zich in het koor van critici. Dat het belasten van het daadwerkelijke rendement te complex zou zijn, noemt Cnossen „een gezocht argument, omdat men het gewoon niet wil.” Zeker nu banken in de strijd tegen belastingontduiking steeds meer gegevens over hun klanten moeten opgeven, zou het belasten van het daadwerkelijke rendement volgens de critici makkelijker zijn dan ooit.
Ook vanuit de eigen VVD-gelederen krijgt Wiebes kritiek op zijn plan. In het programma WNL op Zondag stelde voormalig VVD-leider Hans Wiegel dat de aanpassing ertoe zal leiden dat „hele knappe belastingadviseurs” uitwegen zullen verzinnen. „Mensen die heel erg rijk zijn, zullen hun vermogen misschien wel in het buitenland gaan neerzetten.” Wiebes gaat er volgens Wiegel ten onrechte van uit dat mensen met een aandelenpakketje een „mooi” rendement behalen. „Nou, kijk af en toe eens naar de beurzen. Dus het is een jaloeziebelasting”, aldus Wiegel, die hoopt dat meer VVD’ers zich tegen de plannen verzetten.