Kerk & religie

Christenen voelen zich geroepen in Syrië te blijven

ALEPPO. Veel christenen hebben Syrië verlaten, een land dat verscheurd wordt door burgeroorlog. Toch zijn er predikanten en kerkelijk werkers die niet vertrekken. Zoals de voorgangers Samuel en Edward. Hun leven is voortdurend in gevaar, met sluipschutters op straat en elke dag schietpartijen en explosies.

Redactie kerk
12 September 2015 13:40Gewijzigd op 15 November 2020 21:43
Christelijke vluchtelingen in Syrië tijdens een kerkdienst. beeld Open Doors
Christelijke vluchtelingen in Syrië tijdens een kerkdienst. beeld Open Doors

Sinds Handelingen 9, toen Saulus naar Damascus reisde, is er een kerk in Syrië. Maar vanwege de burgeroorlog die al bijna vier jaar aanhoudt, hebben christenen het zeer zwaar. Ze vormen een gemakkelijk doelwit voor extremistische moslimgroepen, zoals Islamitische Staat. Syrië telt nog zo’n 1,1 miljoen christenen, maar zeker 700.000 zijn het land inmiddels ontvlucht. De Grieks-katholieke patriarch Gregorios III luidde vorige week dan ook de noodklok. Hij riep jonge christenen in Syrië op hun door geweld geteisterde land niet te verlaten. „Het voortbestaan van het christen­dom staat hier op het spel.”

Voordat de oorlog in Syrië begon, woonden er grote christelijke gemeenschappen in steden als Aleppo, Damascus en Homs. De meeste christenen die nu nog in Aleppo wonen, zijn daar om twee redenen: ze hebben geen geld om te vluchten, of ze voelen zich geroepen om de achtergebleven mensen te helpen.

Samuel –hij heet in werkelijkheid anders– besloot in Aleppo te blijven. Hij is voorganger van een protestantse kerk waar elke zondag ongeveer 250 mensen naartoe gaan. Zijn vrouw en kinderen hebben het land al verlaten. Zij hielden het niet langer uit onder de voortdurende dreiging van geweld.

„Ondanks alles doen we ons best om de mensen die in de stad achter­blijven hulp en hoop te bieden in deze hopeloze situatie”, zegt Samuel tegen Open Doors, een stichting die vervolgde christenen helpt. „Vaak is bidden het enige wat we kunnen doen.”

Fathi is een van de Syrische christenen die vluchtelingen helpen via lokale kerken, met steun van Open Doors. „Ik heb nooit overwogen te vertrekken”, vertelt hij. „Elke dag zie ik hoe we mensen daadwerkelijk kunnen helpen. Uiteraard denk ik ook aan mijn familie. Ik maak me zorgen om hun leven, maar niet om dat van mijzelf. De afgelopen jaren heeft de Heere God mij altijd beschermd, bijvoorbeeld als ik aangehouden werd bij controle­posten of door bepaalde delen van de stad of het land moest.”

Voorganger Edward woont met zijn vrouw Ranaa in de Syrische hoofdstad Damascus. „Wij willen niet weggaan”, zegt hij. „We voelen ons juist nog verantwoordelijker nu. Eerlijk gezegd maken we ons geen zorgen om onze eigen veiligheid. We danken God voor Zijn hulp elke dag. Hij geeft ons een vrede die het verstand te boven gaat.”

Toch heerst er veel angst in de stad. Vooral gezinnen met kleine kinderen kunnen de situatie niet meer aan. De vele mensen die weggetrokken zijn, laten een leegte achter in de kerken. „Het stemt ons droevig om mensen weg te zien gaan. Toch zit de kerk nog steeds vol. Er komen veel nieuwe gezichten. Dat is erg bemoedigend. We zien daarin Gods hand.”

Samuel, Fathi en Edward zijn blij dat christenen wereldwijd voor Syrië bidden. „We danken God voor al die mensen die voor ons bidden en ons steunen”, aldus Samuel. „De Heere waakt over ons. Hij zal ons blijven beschermen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer