Vertrouwen in Bricslanden neemt af
GRONINGEN. De glans van de veelbelovende jonge groei-economieën in de zogenoemde Brics-landen is wel verdwenen. Een Russische roebel die zakt als een afdalende spin op de vlucht, een gedevalueerde Chinese renminbi en Braziliaanse obligaties die de junkstatus hebben gekregen – het zijn tekenen van afnemend vertrouwen in de opkomende landen.
De Braziliaanse real ging donderdag flink onderuit; de economie van het Zuid-Amerikaanse land krimpt met enkele procenten. Kreeg je vorig jaar nog 3 reals voor elke euro, nu zijn dat er 4,33. De roebel is in een jaar tijd bijna de helft aan waarde kwijtgeraakt. En de Chinese renminbi is in dezelfde periode 10 procent gedevalueerd.
De Indiase roepie is eveneens minder waard geworden. De I in het rijtje van Bricslanden verwacht weliswaar een economische groei van 8 procent, maar moet wel de roepie verzwakken om bijvoorbeeld in de textielindustrie (laagopgeleiden) en de softwareproductie (hoogopgeleiden) te kunnen blijven concurreren op de wereldmarkt.
Rendement
Enkele jaren geleden brachten investeerders en pensioenfondsen nog grote sommen geld naar deze opkomende landen. Ze dachten er te kunnen profiteren van groei en een hoger rendement dan in Europa en de Verenigde Staten met hun lage rentes. Nu stroomt het geld in omgekeerde richting. Volgens de Financial Times is er in de afgelopen dertien maanden een biljoen dollar (1000 miljard dollar, 893 miljard euro) teruggevloeid naar het Westen, vooruitlopend op een aangekondigde renteverhoging in de VS.
De verzameling Bricslanden, waar intussen ook de S namens Zuid-Afrika aan is toegevoegd, is maar een vreemd en samengeraapt collectief, vindt Steven Brakman, hoogleraar internationale handel en globalisering aan de Rijksuniversiteit Groningen. „Het enige kenmerk dat die landen enkele jaren geleden gezamenlijk hadden, was dat het snel groeiende en belangrijke economieën waren”, aldus Brakman. „Je kunt ze dus niet op één bult gooien.”
Wat die landen nu nog samenbindt, is volgens Brakman de deze zomer opgerichte New Development Bank Brics, die tegenwicht moet bieden aan de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds. Die financiële instituten staan volgens de opkomende landen te veel onder invloed van de Verenigde Staten.
Brakman ziet het voorlopig somber in voor de Brics. Rusland kent een eenzijdige economie gebaseerd op export van olie en gas, die zwaar getroffen is door sancties wegens militaire acties in Oekraïne en op de Krim. En natuurlijk door de lage olieprijs. „Dat is allemaal slecht voor Rusland, maar Poetin geeft geen krimp”, meent Brakman.
China kampt met bubbels op de beurs en in de huizenmarkt. „Er zijn daar veel te veel leegstaande flats gebouwd. Bovendien vergrijst de bevolking door de eenkindpolitiek.”
In Brazilië doet zich de daling van de grondstoffenprijzen voelen, alsmede corruptie. „De instituties en de overheid fungeren slecht in Brazilië. Pas wanneer de prijzen van grondstoffen stijgen, is er weer zicht op groei”, aldus Brakman.
In India, dat het veel beter doet, ziet hij meer lichtpuntjes. „Dat is een jonge economie, die niet vergrijst zoals Rusland en China. Als investeerder zou ik eerder daar mijn geld zetten dan in andere Bricslanden.”
Nederland
De problemen in de Bricslanden raken volgens ING-econoom Dimitry Fleming op termijn mogelijk ook de Nederlandse en Europese bedrijvigheid. Ga maar na: er wonen bijna 3 miljard mensen (41,4 procent van de wereldbevolking) die een kwart van het wereldinkomen te besteden hebben.
„Met zulke cijfers zijn we dus ook gevoelig voor het reilen en zeilen in die landen”, aldus Fleming. „Aan de andere kant zie je dat bijvoorbeeld Nederlandse bloementelers ondernemend zijn. Als Rusland ons sancties oplegt, dan zoeken zij andere afzetmarkten.”
De Bricslanden zijn volgens een ING-rapport van november 2014 ook veel belangrijker voor de Nederlandse economie dan aanvankelijk werd gedacht. Zo worden veel Nederlandse onderdelen en halffabricaten verwerkt in auto’s die Duitsland naar China exporteert. Hetzelfde geldt voor doorvoer naar Rusland, Brazilië en India.
ING-econoom Fleming vreest desondanks niet dat de krimp in de Bricslanden het economisch herstel in Nederland aantast. „Daarvoor zijn er gelukkig ook veel plusjes die ons juist in de kaart spelen, zoals de lage olieprijzen en de gedaalde tarieven voor grondstoffen. Dat maakt Nederlandse producten goedkoper om te exporteren.”