Klaagmuur kan na grote schoonmaakbeurt weer halfjaar vooruit
JERUZALEM. Tweemaal per jaar krijgt de Klaagmuur in Jeruzalem een grote beurt. Met houten stokjes worden honderdduizenden gebedsbriefjes uit de spleten tussen de stenen verwijderd. Woensdag was het weer zover.
Voor rabbijn Shmuel Rabinovich behoort het tot zijn vaste taken. Ieder voor- en najaar zet medewerkers aan de slag om de Klaagmuur te ontdoen van gebedsbriefjes. Gebeurde dat niet, dan was het op den duur onmogelijk om nog nieuwe stukjes papier met daarop gebedsteksten tussen de eeuwenoude stenen te duwen.
De Klaagmuur in Jeruzalem is het enige nog resterende stuk muur om de tempel van Herodes in de Israëlische hoofdstad. Ieder jaar komen er 5 miljoen bezoekers af op de muur en het plein ervoor. Zo’n 1,5 miljoen van hen zijn toerist, de anderen zijn Joden die komen bidden bij de muur.
Rabbijn Rabinovich is de vaste beheerder van de Klaagmuur. Hij zorgt er niet alleen voor dat het plein en de muur netjes blijven. Ook stopt hij gebedsbriefjes die vanuit heel de wereld worden opgestuurd tussen de stenen in de muur.
Aan de schoonmaakbeurt van de muur gaan nauwgezette voorbereidingen vooraf. De medewerkers moeten zich eerst wassen in een mikwe, een ritueel bad. Daarna gaan ze op pad met vuilniszakken. De briefjes worden met houten stokjes losgepeuterd. IJzeren voorwerpen zijn hierbij verboden, omdat ijzer staat voor oorlog en het nemen van een mensenleven. De medewerkers lezen de briefjes niet, maar verzamelen ze in zakken. Die worden naderhand begraven op de Olijfberg. En dat alles onder toezicht van Rabinovich, die zorgt dat er geen briefje achterblijft.