Nationaal Energie Congres: Groene samenleving komt er wel, maar niet vanzelf
UTRECHT. Ondanks alle inconsistenties in het overheidsbeleid gaan coöperaties en gemeenten gewoon door met de lopende initiatieven rond duurzame energie en energiebesparing. „Er is in dit land iets gaande.”
Daar is Jacqueline Cramer, hoogleraar duurzaam innoveren aan de Universiteit Utrecht, blij mee, „want de tijd dringt.” Met haar lezing opende ze woensdag in de Jaarbeurs in Utrecht het Nationaal Energie Congres.
De hoogleraar prijst zich gelukkig dat Nederland twee jaar geleden een energieakkoord heeft gesloten. In 2020 moet er jaarlijks 100 pètajoule (met 15 nullen), worden bespaard ten opzichte van 2010. „Dit moet ook 20.000 banen opleveren. Bovendien is er de borgingscommissie onder leiding van oud-minister Ed Nijpels: als Nederland de doelstellingen van het akkoord niet haalt, zullen de maatregelen worden aangescherpt. Daarvoor hebben alle partijen getekend.”
Ook Monique Eijkelenburg, directeur strategie van de Duurzame Energie Koepel, een lobbyorganisatie waarin zich zo’n 1000 producenten van duurzame energie hebben verenigd, is blij dat het akkoord er ligt. „We hebben het keihard nodig en we lobbyen elke dag om er uitvoering aan te geven. Wat mij betreft is het energieakkoord nu een goed glas dat halfvol zit.”
Tal van hindernissen remmen de omschakeling naar een duurzame energiehuishouding af, signaleert Eijkelenburg. „Mensen maken onvoldoende gebruik van energiebesparende maatregelen, en niemand neemt de regie om daarmee voortvarend aan de slag te gaan. Nieuwe vormen van duurzaam energiegebruik komen moeizaam van de grond, burgers moeten ertoe verleid worden om mee te doen.”
Daarnaast staat Nederland voor dilemma’s wanneer het omschakelt naar energie uit hernieuwbare bronnen zoals zon en wind. „Moeten we bijvoorbeeld voor velden met zonnepanelen kostbare landbouwgrond opofferen?” vraagt Eijkelenburg zich af.
Intussen dendert de trein van de energietransitie voorwaarts. Door de gerechtelijke uitspraak in de zogeheten Urgendazaak in juni moet de overheid er werk van maken dat Nederland in plaats van 14 procent, 25 procent hernieuwbare energiebronnen gebruikt in 2020. Dit doel kwam gisteren keer op keer ter sprake. Minister Kamp zal in zijn energierapport dat in november uitkomt, uitleggen hoe hij daar uitvoering aan wil geven.
Bij alle innovaties op het gebied van duurzame energie is de Topsector Energie van het ministerie van Economische Zaken nauw betrokken, verklaart Ed Buddenbaum, secretaris van het Topteam Energie dat de topsector aanstuurt. „Een van de belangrijkste is sociale innovatie: Hoe krijgen we de burger mee in de energietransitie?”
Uit promotieonderzoek van Carina Wiekens van de Hanzehogeschool Groningen blijkt dat de overstap op duurzame energie geregeld op weerstand stuit. „Iedereen wil wel in een duurzame wereld leven. Maar zodra dat van mensen vraagt om windmolens te accepteren of de auto te laten staan, stuit het op verzet.”
Aantrekkelijk
Hoe dat komt? „Mensen hebben hun automatismen, ze kiezen voor comfort, ze weten niet wat er van hen wordt verlangd of de voordelen wegen niet op tegen de nadelen. Geld blijkt een doorslaggevende factor te zijn om het gedrag te veranderen. Energiezuinig gedrag moet aantrekkelijk worden gemaakt”, aldus Wiekens.
Eijkelenburg wijst erop dat burgers vaak best aan de slag willen met duurzaamheid, maar dat de huidige wet- en regelgeving niet meewerkt.
Prof. Cramer noemt een proef in de Utrechtse wijk Lombok als concreet voorbeeld. Elektrische auto’s worden daar ingezet als tijdelijke opslag voor overtollige zonne-energie. „Die functie geeft de netbeheerder de mogelijkheid om te betalen voor de opslag van elektrische energie en burgers stroom aan te bieden tegen variabele prijzen. Het is momenteel echter niet mogelijk een prikkel in de elektriciteitsprijs in te bouwen waardoor de burger elektriciteit gaat gebruiken wanneer deze goedkoop is.”
Als tweede voorbeeld noemt Cramer de zogeheten nul-op-de-meterwoningen. „Bouwbedrijven willen in 2020 150.000 van deze energieneutrale woningen hebben opgeleverd. Maar ook andere partijen, zoals woningcorporaties moeten bereid zijn daaraan mee te werken.”
Goede wet- en regelgeving is daarvoor cruciaal, meent Eijkelenburg. „Mijn oproep is: Overheid, zorg ervoor dat de overstap op duurzame energie niet belemmerd wordt, maar creëer nu eens een doorlopende route.”