Met de opbouw van het programma plaatst hij zich in de traditie van Zwart/Asma: een concert begint en eindigt met een koraalbewerking.

Aan het begin is dat hier een koraalsuite van Cor Kee. Op papier ziet die muziek er betrekkelijk eenvoudig uit, maar onder de handen van Van der Plaats wordt ze op de Haagse Bätz groots. De afsluiting is een koraalfinale van eigen hand die op verschillende momenten aan Feike Asma doet denken.

Tussen koraalsuite en koraalfinale biedt de cd een chronologisch opgebouwd programma met (via Pachelbel en Bach) voornamelijk 19e-eeuwse en vroeg-20e-eeuwse Engelse en Franse romantici.

Deze cd laat componisten horen die bij het grote publiek niet heel erg bekend zijn, zoals Malcolm Archer, William Wolstenholme, Déodat de Séverac en Aloys Claussmann. Wie ervan houdt dat de organist eens flink uitpakt, kan hier goed terecht.

In de toelichting staat met betrekking tot de Concertouverture van Hollins dat die zich „kenmerkt door een grote uitbundigheid en een ruime virtuositeit van de speler vereist.” Dat geldt voor meerdere werken op deze cd, en die virtuositeit etaleert Van der Plaats ruimschoots. Maar titels zoals ”Eligie” of ”Romanza” laten meteen zien dat de Haagse Bätz ook ingetogen tot klinken komt.

In al z’n gevarieerdheid is de cd vooral een presentatie van de persoonlijke voorkeuren en de (grote) speelvaardigheden van de concertgever. Iets meer eenheid in het programma zou volgens mij de waarde van zo’n opname vergroten.

Gerwin van der Plaats bespeelt het orgel van de Evangelisch Lutherse Kerk te Den Haag; STH Records (1415412); € 14,90; bestellen: www.sthrecords.nl