Kerk & religie

Kloof tussen landelijk en plaatselijk bij GKV vergroot

Door de grotere diversiteit binnen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) is het steeds moeilijker om landelijke eenheid en plaatselijke samenwerking met elkaar te laten corresponderen.

Kerkredactie
8 March 2004 10:03Gewijzigd op 14 November 2020 01:01
ROTTERDAM – Deputaten kerkelijke eenheid van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt gingen zaterdag in Rotterdam met gemeenteleden in gesprek over de samensprekingen met andere kerken. Rechts deputatenvoorzitter ds. A. J. van Zuijlenkom. Foto Guido Benscho
ROTTERDAM – Deputaten kerkelijke eenheid van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt gingen zaterdag in Rotterdam met gemeenteleden in gesprek over de samensprekingen met andere kerken. Rechts deputatenvoorzitter ds. A. J. van Zuijlenkom. Foto Guido Benscho

Dat bleek zaterdag in Rotterdam tijdens een ambtsdragersconferentie georganiseerd door de deputaten kerkelijke eenheid van de GKV. Zowel in die plaats als in Den Bosch gingen vrijgemaakte deputaten kerkelijke eenheid met de kerken in gesprek over de plaatselijke en landelijke ontwikkelingen met betrekking tot eenheid. Daarbij kwam de relatie met de NGK en de CGK aan de orde, maar ook de verhouding tussen landelijk beleid en plaatselijke samenwerking.

Ds. A. van Houdt uit Vlaardingen ging in Rotterdam in op het gesprek van de GKV met de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK). „Tussen GKV en CGK zijn geen confessionele verschillen. Er is landelijk steeds meer geestelijke eenheid, die bemoedigende voorbeelden laat zien. Op verschillende plaatsen is sprake van kanselruil, die in beide kerkverbanden als buitengewoon stimulerend wordt ervaren.”

Er zijn wel liturgische verschillen -in beide kerken zijn verschillende liedboeken en liturgische formulieren in gebruik-, maar die mogen volgens ds. Van Houdt in geen geval een struikelblok vormen voor toenadering.

En dan is er de kwestie van de toe-eigening van het heil. „Op verschillende regionale ambtsdragersconferenties is hierover diepgaand gesproken”, vertelde ds. Van Houdt. „Aan de ene kant leidt dit onderwerp tot verschijnselen van vermoeidheid en haast irritatie, aan de andere kant geeft het gevoelens van vervreemding. Deputaten vinden dat over deze kwestie op plaatselijk niveau doorgesproken moet worden, en dan aan de hand van concrete preken.”

De zorgen bij de GKV en de CGK over de publicaties van dr. B. Loonstra zijn in beide kerken verdwenen, zegt ds. Van Houdt. „Dr. Loonstra heeft zich duidelijk achter de historische werkelijkheid van hemelvaart en opstanding opgesteld.”

Het federatieve groeimodel tussen de GKV en de CGK is door de synode van de CGK vastgesteld, maar daarna niet ingevoerd, stelde de spreker. „Van onze kant is hier blijmoedig ja op gezegd, maar zolang dat model niet in de CGK is ingevoerd, is niet te spreken van groei op dit punt.”

De plaatselijke samenwerking tussen de CGK en GKV wordt soms geblokkeerd in plaatsen waar een Bewaar het Pand-gemeente is, zei ds. Van Houdt. „Deze houden contacten nadrukkelijk af en er is sprake van een ontmoedigende opstelling. Er zijn grote cultuurverschillen, zowel in liturgie als in prediking. Bewaar het Pand-gemeenten willen blijven spreken over toe-eigening des heils.” Toch bleef de deputaat uiteindelijk positief. „Met God springen wij over een muur, zelfs over een kerkmuur.”

Ds. H. ten Brinke uit Bodegraven ging in op de relatie tot de NGK. Na de generale synode van Zuidhorn zijn er volgens hem goede gesprekken met de NGK geweest en is er meer openheid gegroeid. „De gesprekken zijn vooral inhoudelijk gevoerd en begonnen vanuit een positieve insteek.”

Concreet ging dat bijvoorbeeld over het boek van ds. H. de Jong getiteld ”Van oud naar nieuw”. Daarin uitte deze predikant zich kritisch over de Dordtse Leerregels. „De gesprekken waren boeiend en leerzaam. We konden leren van de centrale rol die Christus volgens ds. De Jong speelt bij de verkiezing. Toch waren er ook vragen. De reden waarom God mensen heeft gekozen, is volgens ds. De Jong dat ze meer open staan voor God dan anderen. Dus er is iets in de mens. Ds. De Jong kan eigenlijk niet spreken van een persoonlijke uitverkiezing. Toch zijn de gesprekken met groeiende overeenstemming gevoerd en is bij ds. De Jong de openheid naar God ook het gevolg van Gods genade en verkiezing. Dus is er toch sprake van een persoonlijke verkiezing. Ds. De Jong stemde met dit feit in.”

De mogelijke aanvaarding van het NGK-rapport over de vrouw in het ambt heeft consequenties voor de relatie met de GKV, zei ds. Ten Brinke, maar dat zal afhangen van de motivatie en de concrete besluitvorming. De bijbelse onderbouwing van de conclusie dat vrouwen toegelaten kunnen worden tot alle ambten, is in dat rapport te smal, vinden de deputaten.

Ds. Harmannij uit Den Ham ging in op de relatie tussen landelijk en plaatselijk beleid. De GKV regelen alles landelijk, maar steeds meer rijst binnen dit kerkverband de vraag of er niet meer plaatselijk kan worden georganiseerd. „Ons ideaal is altijd geweest 1892: de landelijke vereniging van afgescheiden en dolerende kerken. De Vrijmaking was ook een landelijke beweging. In de jaren zestig heerste eensgezindheid en fungeerde de generale synode als spil van het kerkelijk leven. Maar nu is er een groeiende diversiteit binnen de GKV. Daar moeten wij mee leren omgaan. Is de eenheid niet te geforceerd? Er is een groeiend verschil tussen landelijk en plaatselijk.”

De grote vraag is: moet plaatselijke eenwording wachten op landelijke overeenstemming of mag plaatselijke eenheid vooruitlopen op landelijke ontwikkelingen? „Soms geeft een plaatselijke Nederlands gereformeerde kerk meer herkenning dan een plaatselijke christelijke gereformeerde kerk, terwijl we landelijk op hetzelfde spoor als de CGK zitten. Plaatselijke kerkenraden zullen meer hun verantwoordelijkheid moeten kennen, ongeacht landelijke richtlijnen”, aldus ds. Harmannij.

Deputatenvoorzitter ds. A. J. van Zuijlekom wees in zijn openingswoord op de soms grote cultuurverschillen tussen de GKV en de andere kerken. „De vrijgemaakte ouderling met spijkerbroek met slobbertrui begrijpt de zware christelijke gereformeerde broeder in zijn donkere pak vaak niet. We moeten alle dingen loslaten buiten Jezus als de Deur. Je moet elkaar willen meenemen door die Deur. Wij willen soms wel door die ene ingang, maar daarachter hebben we toch weer de neiging om eigen schuttinkjes op te richten en zonderen we ons af met de accenten die wij graag horen. Jezus is de Deur en als je door Hem ingaat zul je weide, groen gras, vinden. Het is goed dat er regels zijn in de kerk, maar we moeten wel beseffen dat we achter de Herder gaan en dat we soms de regels moeten bijstellen, omdat de Herder voor doorbraak kan zorgen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer