Buitenland

Arafat roept op tot hervatting vredesoverleg

De Palestijnse leider Yasser Arafat heeft de Israëlische premier Ariel Sharon in een vrijdag gepubliceerd interview opgeroepen de vredesbesprekingen te hervatten.

Buitenlandredactie
8 February 2002 20:52Gewijzigd op 13 November 2020 23:24

In een vraaggesprek met Israëlische kranten zei Arafat dat hij geen wrok koestert tegen Sharon, die Arafat eerder „irrelevant” noemde en de Verenigde Staten opriep alle banden met de Palestijnse leider te verbreken. „Ik vergeef Sharon”, zei Arafat volgens het dagblad Ma’ariv. Arafat verzocht de Israëlische premier met klem opnieuw met hem rond de onderhandelingstafel te gaan zitten.

De Palestijnse leider zit al twee maanden vast in de Westoeverstad Ramallah. Israël heeft gezegd dat de blokkade van tanks pas wordt opgeheven als Arafat ernst maakt met de vervolging van extremisten en als hij de moordenaars oppakt van de Israëlische minister van toerisme, Rehevam Ze’evi.

Volgens het dagblad Yediot Ahronot haalt Arafat zijn schouders op over zijn huisarrest en zei hij dat hij al eerder in een hoek is gedreven.

Arafat zei dat de vredesonderhandelingen moeten uitgaan van het laatste Israëlische voorstel van de toenmalige premier Ehud Barak, die de Palestijnen een Palestijnse staat in Gaza, een groot deel van de Westoever, een corridor in Israël en een klein deel van Jeruzalem aanbood. De Palestijnen namen het aanbod niet aan omdat zij een groter deel van Jeruzalem eisten en wilden dat Israël het recht zou erkennen van miljoenen Palestijnse vluchtelingen om terug te keren naar Israël. Sharon heeft na zijn verkiezing tot premier gezegd dat de voorstellen van Barak definitief van tafel zijn.

De Palestijnse leider benadrukte dat de Israëliërs niets te vrezen hebben van het recht op terugkeer voor de vluchtelingen. Arafat zei te verwachten dat er alleen maar 200.000 Palestijnen uit Libanon zouden willen terugkeren. Israël heeft toegezegd om een klein aantal vluchtelingen op te nemen in het kader van gezinshereniging, maar vindt dat de rest moet worden opgenomen door een Palestijnse staat of de landen waar zij nu verblijven.

Opnieuw verwierp Arafat iedere vorm van geweld, maar hij droeg aan dat ook Israël zich schuldig maakt aan terrorisme gericht tegen Palestijnse burgers. „Terreuraanslagen zijn overal een misdaad”, zei hij. „Er is geen verschil tussen jullie baby’s en onze baby’s.” Voorts noemde hij de Joodse nederzettingen een „misdaad tegen de menselijkheid.”

Arafat ontkende opnieuw iedere betrokkenheid bij de vorige maand onderschepte wapenzending. „Wij hebben niets te maken met het wapenschip”, zei de Palestijnse leider. „Het is allemaal een pr-stunt van de Israëlische (inlichtingendienst) Mossad.” Iran, dat volgens Israël de wapenleverancier is, zou volgens Arafat nog niet eens bereid zijn hem „ook maar één kogel” te geven. Bovendien zei Arafat te beschikken over meer dan voldoende wapens en de wapenzending daarom helemaal niet nodig te hebben gehad.

De Palestijnen hebben vrijdag opgelucht gereageerd op het besluit van de Amerikaanse president Bush om de Palestijnse leider Arafat niet te laten vallen. De Israëlische premier Sharon had hierop aangedrongen tijdens zijn bezoek aan het Witte Huis.

Nabil Abu Rudeinah, een woordvoerder van Arafat, noemde het „een stap in de goede richting.” Hij riep op tot maatregelen om de „Israëlische agressie en de belegering van het Palestijnse volk te stoppen.”

Desondanks hoeft Sharon niet ontevreden terug te kijken op zijn vierde bezoek aan Washington in een jaar. Zijn visie op de toestand in het Midden-Oosten wordt zonder meer gedeeld door de Amerikaanse regering en de druk op Arafat blijft onverminderd groot.

President Bush ging echter niet zo ver om de banden met Arafat te verbreken. Hij riep de Palestijnse leider wel opnieuw op hard op te treden tegen Palestijnse islamitische militanten. Ook gaf hij aan dat hij zich zorgen maakt over het lot van gewone Palestijnen. Washington maakt hiervoor extra geld vrij.

De Israëlische minister van Defensie Ben Eliezer vond steun bij de Amerikaanse vice-president Cheney. Volgens Ben Eliezer zou Cheney hebben gezegd er geen bezwaar tegen te hebben als Israël Arafat zou ophangen. Het Witte Huis ontkende deze uitspraak later.

De steun voor de politiek van Sharon onder de Israëlische bevolking blijft groot. In een vrijdag in het Israëlische dagblad Yediot Ahronot gepubliceerde peiling zegt 68 procent van de ondervraagden dat de rechtse premier het goed doet. Dit ondanks de zware economische tijden waar het land onder lijdt. Een op de tien Israëlische werknemers is werkloos en buitenlandse investeringen lopen hard terug. De toeristische sector is bijna ingestort.

Gisteravond kwamen twee Palestijnen om het leven toen de auto waarin ze reden ontplofte, vlak voor een wegversperring van Israëlische grenswachten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer