Cultuur & boeken

Auteurs Studiebijbel laten zien dat ze luisterende leerlingen zijn

De verschijning van het twaalfde deel van de ”Studiebijbel Oude Testament”, dat een commentaar bevat op de twaalf kleine profeten van Hosea tot en met Maleachi, is een felicitatie waard. Met dit deel is immers de Studiebijbel van het Oude en Nieuwe Testament compleet geworden.

ds. J. Westerink

8 September 2015 14:11Gewijzigd op 15 November 2020 21:36
beeld Fotolia
beeld Fotolia

De serie van 29 forse delen is in een periode van ruim dertig jaar voltooid. Begrijpelijk dat de redactie in haar voorwoord uiting geeft aan grote dankbaarheid jegens de Heere.

Het forse boek is uitgegeven in groot formaat, telt 867 bladzijden en is gedrukt op mooi, glanzend papier. De uitgever, het Centrum voor Bijbelonderzoek, heeft veel zorg aan de uitgave besteed. De serie is een sieraad voor de boekenkast.

De indeling is overzichtelijk. Het boek begint met een algemene inleiding over de Hebreeuwse tekst en vertalingen daarvan, zowel uit vroeger tijd als verschillende Nederlandse vertalingen. Daarbij valt het onmiddellijk op dat dit werk ook goed te gebruiken is door de geïnteresseerde maar minder geschoolde lezer. Mensen die geen theologie gestudeerd hebben, maar bijvoorbeeld als lid van een Bijbelstudievereniging op zoek zijn naar materiaal dat hen helpen kan, kunnen met dit werk zeker hun winst doen.

Na de algemene inleiding volgt een hoofdstuk over ”Het twaalfprofetenboek”, waarin we lezen over het ontstaan en de samenstelling van dit laatste onderdeel van het Oude Testament (althans in de volgorde die de Nederlandse vertalingen kennen).

Eerbiedig en nauwkeurig

Het hoofddeel van het boek bestaat uiteraard uit een commentaar op de twaalf kleine profeten. De behandeling van ieder Bijbelboek wordt voorafgegaan door een inleidend hoofdstuk, dat inzicht geeft in tijd, auteur, opbouw en andere wetenswaardigheden van het betreffende boek. Daarna volgt een bespreking van tekst voor tekst, waarbij de linker bladzijde de Hebreeuwse tekst geeft met een aanwijzing in ons letterschrift hoe het Hebreeuws wordt uitgesproken. Een letterlijke vertaling van het betreffende woord wordt daaraan toegevoegd. In een kolom daarnaast staat een aantal vertalingen van de tekst zoals we die in het Nederlands kennen. Op de rechter pagina volgt de verklaring van de tekst.

Het is duidelijk dat de schrijvers zich ervan bewust zijn dat ze met Gods Woord bezig zijn. Eerbiedig en nauwkeurig luisteren naar wat de Bijbel zegt, brengt hen tot de verklaring en toepassing van de tekst. De auteurs betonen zich leerlingen die begeren te luisteren en door te geven wat de Heere zegt.

Het boek eindigt met een aantal excursen, die vaak meer bieden dan wat men op grond van de titel van het boek verwacht. Het zijn interessante artikelen over onderwerpen als ”God en het kwaad”, ”de dag des Heeren”, ”Messiasverwachting” en ”heil voor het overblijfsel”.

Statenvertaling

Uiteraard zijn er bij een uitgave als deze vragen en opmerkingen te maken. Ik noem er enkele. Allereerst heb ik een vraag bij het gebruik van verschillende Nederlandse vertalingen. Het verwonderde mij dat als uitgave van de Statenvertaling gekozen is voor de editie 1977. Voor zover ik kan nagaan is dat niet de meestgebruikte editie van de Statenvertaling. Mijns inziens had een andere keuze meer voor de hand gelegen.

Wat de exegese betreft heb ik hier en daar een steekproef genomen. Daarbij ben ik mij ervan bewust dat vrijheid van exegese een goed gereformeerd principe is. Mensen die er samen van overtuigd zijn dat ze met Gods Woord bezig zijn, kunnen toch tot een verschillende verklaring van dat Woord komen. Zo zou ik bij de verklaring van Hosea 1 er de vinger bij leggen dat er bij de geboorte van het eerste kind van Gomer staat dat zij dat kind aan hém baarde. Met andere woorden: dat is een kind van Gomer en Hosea samen. Maar bij de geboorte van het tweede en derde kind staat dat woordje ”hem” er niet bij. Gelet op de naam van die twee kinderen, die allebei een naam hebben die begint met ”Lo”, dat is ”niet”, is het voor mij duidelijk dat die beide kinderen Hosea niet als vader hebben. Ze zijn beiden het gevolg van het feit dat Gomer een relatie met een ander, of zelfs anderen heeft gehad. Zo heeft Israël met vreemde goden overspel bedreven.

In Hosea 3 moet de profeet mijns inziens niet trouwen met een andere vrouw. Hij moet –en wil– Gomer terughalen. Zo doet de Heere met Israël. Het slot van dit kleine hoofdstuk is boordevol van Gods ontfermende liefde jegens dat trouweloze volk.

Deze en dergelijke opmerkingen doen echter niets af van mijn grote waardering voor dit ”monnikenwerk”. Ik beveel het graag van harte aan.


Boekgegevens

Studiebijbel Oude Testament 12. Bijbelcommentaar Hosea – Maleachi, M. J. Paul, G. van den Brink en J. C. Bette (red.);
uitg. Centrum voor Bijbelonderzoek, Veenendaal, 2015; ISBN 978 90 7765 131 5; 867 blz.; € 65.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer