Groene Boekje schrapt Zwolle voor selfie
DEN HAAG (ANP). Het Nederlands krijgt er vanaf 13 oktober duizenden nieuwe woorden bij. Toch wordt het vernieuwde Groene Boekje, een stuk dunner.
De huidige Woordenlijst der Nederlandse Taal stamt alweer uit 2005 en bevat 100.000 woorden, maar ontbeert moderne woorden als weigerambtenaar, appen en selfie. Na tien jaar is het dus tijd voor een update. De gedrukte versie wordt opgeschoond en de woordenlijst op internet uitgebreid.
„De onlineversie groeit en wordt aangevuld naar 180.000 woorden, want op internet kennen we geen beperkingen. Woorden die al in de Woordenlijst stonden, blijven allemaal bewaard”, vertelt Tanneke Schoonheim, voorzitter van de Commissie Spelling bij Nederlandse Taalunie.
„Wel verdwijnen aardrijkskundige namen zoals Den Bosch, Hongarije en Zwolle uit de Woordenlijst, omdat die niet onder de spellingregels vallen. De inhoud van het gedrukte exemplaar wordt gehalveerd tot 50.000 woorden. Het nieuwe Groene Boekje bevat vooral de twijfelwoorden die vaak worden opgezocht (te allen tijde), spellingregels en de 5000 meest gebruikte woorden. Bovendien hebben we standaard verkleinwoorden, meervoudsvormen en voltooid deelwoorden opgenomen.”
De spellingcommissie grijpt de nieuwe druk van het naslagwerk aan om een aantal correcties door te voeren. „Nu is het meervoud van stins officieel alleen nog stinsen, terwijl stinzenflora of stinzenplant net zo goed met een z kan worden geschreven, zoals we dat nu al kennen bij forensen en forenzen”, licht Schoonheim toe.
Woorden ontstaan tegenwoordig razendsnel. „En onmiddellijk ontstaat de behoefte aan de juiste schrijfwijze van nieuwe woorden. Daarom gaan we de onlinewoordenlijst voortaan vaker aanvullen, misschien wel per kwartaal. De frequentie moet het Comité van Ministers nog bepalen”, vertelt de medewerkster van het Instituut voor Nederlandse Lexicologie, dat het merendeel van de werkzaamheden voor de nieuwe Woordenlijst uitvoert.
Modewoorden als dagobertducktaks, het woord van het jaar 2014, kunnen de selectie halen als ze echt raken ingeburgerd. Schoonheim: „Maar online staat het woord ons niet in de weg. Zulke woorden laten ook zien hoe een maatschappij zich ontwikkelt.”
Een hele geruststelling is dat de spellingregels ongemoeid blijven, waarmee de taalautoriteiten een herhaling van de commotie over de tussen-n, zoals in pannenkoek (1995) en paardenbloem (2005) voorkomen. „Spellen doe je zoals je wilt, tenzij je eindexamen doet of als ambtenaar werkt”, relativeert Schoonheim.