Steeds weer die vraag: waar slaap ik vannacht? (fotoserie)
IDOMENI. Waar moet ik vannacht slapen? Het is de vraag die dagelijks zo’n 3000 vluchtelingen zich stellen in het provisorische vluchtelingenkamp bij de Griekse grensplaats Idomeni. Vaders, moeders en kinderen. Tandartsen, architecten en studenten. Ze leggen zich neer tussen de rails, waarover de eerste uren geen trein zal passeren.
Sommigen zetten een tentje op, de meesten liggen op een stuk karton of zomaar op de grond, met een rugzak als kussen. Coördinatie en begeleiding is er in de avond en nacht niet, afgezien van een handjevol vrijwilligers dat zich het vuur uit de sloffen loopt, terwijl agenten relaxed naast een tentje zitten te roken. Wie geluk heeft, treft vrijwilligers die brood of bakjes spaghetti verstrekken. Anderen zitten urenlang zonder eten of drinken.
In een hoek van het kamp verkoopt een Grieks echtpaar uit de regio voor één of anderhalve euro appels en perziken van zijn boerderij. Na middernacht doen de Syrische en Afghaanse vluchtelingen in de openlucht een oog dicht – zo goed en zo kwaad als dat gaat. In de hoop dat ze de volgende dag hun vluchtroute kunnen vervolgen naar Macedonië, een volgende stap richting West-Europa.