Kerk & religie

Aandacht voor geweld en misbruik

Sinds deze week –1 september– zijn er in de reformatorische gezindte drie „aandachtsfunctionarissen” actief. Zij willen er zijn voor iedereen met vragen op het gebied van huiselijk geweld en seksueel misbruik.

Jan van Reenen

5 September 2015 13:08Gewijzigd op 15 November 2020 21:32
Gertrude van den Belt (l.) en Susan Snoei zijn deze week aangetreden als aandachts- functionarissen. Zij zijn aanspreek- punt voor iedereen in de gereformeerde gezindte met vragen over seksueel misbruik en geweld. beeld Dick Vos
Gertrude van den Belt (l.) en Susan Snoei zijn deze week aangetreden als aandachts- functionarissen. Zij zijn aanspreek- punt voor iedereen in de gereformeerde gezindte met vragen over seksueel misbruik en geweld. beeld Dick Vos

Drie jaar geleden verscheen het rapport ”De mantel der liefde”, opgesteld door Movisie, landelijk kennisinstituut voor de aanpak van sociale vraagstukken. Volgens dit rapport, dat nogal wat stof deed opwaaien, zouden slachtoffers van huiselijk geweld in orthodox-protestantse kring nauwelijks over hun problemen durven praten.

Een van de conclusies was dat de kerkelijke omgeving een belangrijke bijdrage zou kunnen leveren aan het vroegtijdig signaleren en bespreekbaar maken van dat geweld. De kerken hebben er werk van gemaakt. De studie werd besproken in het door reformatorische kerken opgezette platform Jeugdhulpverlening. Dat heeft besloten tot het instellen van het project ”Huiselijk geweld en seksueel misbruik”. Hierin participeren de Hersteld Hervormde Kerk en de Gereformeerde Gemeenten (in Nederland). De aanstelling, per 1 september, van drie aandachtsfunctionarissen is een concreet gevolg van het initiatief.

Deze functionarissen zijn werkzaam bij het ds. G. H. Kerstencentrum (Gertrude van den Belt), Stichting Schuilplaats (Susan Snoei) en Stichting De Vluchtheuvel (Joke Zwerus). Hun taak is het informeren van de kerkelijke achterban (ambtsdragers, jeugdwerkers, gemeenteleden en instellingen) over huiselijk geweld en de aanpak daarvan. Verder streven ze naar meer openheid over deze onderwerpen. Ze zullen laagdrempelige doorverwijsmogelijkheden creëren naar professionele hulpverleners en zijn het aanspreekpunt voor seculiere organisaties.

Het gesprek met Van den Belt en Snoei vindt plaats in het voormalige universiteitsgebouw aan de Koornmarkt in Kampen, dat tijdelijk in gebruik is bij het Hoornbeeck College.

Is er in de reformatorische gezindte sprake van meer huiselijk geweld en seksueel misbruik dan in andere delen van de samenleving?

„Daar is geen onderzoek naar gedaan en er zijn geen signalen die erop wijzen. Het is wel zeker dat er in de gezindte meer huiselijk geweld en seksueel misbruik bestaat dan algemeen bekend is. De signalering is echter onderbelicht, zoals uit het rapport ”De mantel der liefde” is gebleken.”

Moet de vuile was buiten gehangen worden?

„Misbruik houdt niet op, niet vanzelf, aldus het televisiespotje van SIRE. Als er niets gedaan wordt, wordt het probleem alleen maar erger en kunnen meer mensen beschadigd worden. We willen niet veroordelend spreken, maar naast mensen staan en samen met hen naar een oplossing zoeken.”

De kerntaak van een aandachtsfunctionaris is om mensen (ambtsdragers, gemeenteleden, buren) te helpen als ze signalen opvangen van huiselijk geweld of kindermishandeling. „Vaak zijn deze signalen diffuus en verpakt in een ingewikkeld verhaal. Mensen voelen soms dat er iets niet goed zit, maar weten niet wat ze ermee moeten doen.”

De functionaris helpt mensen bij het herkennen van die signalen en geeft adviezen over een verdere aanpak. „Door niets te doen laat men slachtoffer en dader in de kou staan.”

Puber

Een eigen project tegen huiselijk geweld en seksueel misbruik voor de gereformeerde gezindte is nodig, omdat daarbuiten niet altijd voldoende affiniteit en bekendheid met reformatorische christenen is, zeggen Van den Belt en Snoei. Ze geven een aantal voorbeelden. Het ene betreft een kind van anderhalf jaar uit een orthodox-protestants milieu met een onduidelijke breuk die in het ziekenhuis door een dokter werd behandeld. De arts dacht aan kindermishandeling en zei op niet mis te verstane toon: „Daar heb je het weer.” Dat deed de ouders veel pijn. „De arts had duidelijk een vooroordeel, want er was geen sprake van kindermishandeling.”

Een ander geval is dat van een puber die thuis veel problemen veroorzaakte en geslagen werd. Het advies van Veilig thuis, het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, na een mondelinge vraag was om de puber uit huis te plaatsen. Dat was echter niet aan de orde. „Het is belangrijk om de achtergronden van de hulpvragers te kennen.”

De aandachtsfunctionarissen haasten zich om te zeggen dat Veilig thuis vaak goed werk doet en kinderen niet zomaar uit huis plaatst.

Slaan

De functionarissen vinden dat de reformatorische gezindte zich in positieve zin onderscheidt in de samenleving door de zorg die er is voor elkaar. Maar ook die zorg voor elkaar kan tot onmacht leiden en daar moet volgens hen aandacht voor zijn. Ze noemen het voorbeeld van een man die zich geen raad wist met zijn dementerende vrouw als hij op zondag naar de kerk wilde, en haar opsloot in een kamertje. „Zulke mensen kunnen geholpen worden. Gemeenteleden zouden tijdens de dienst kunnen oppassen, of de vrouw zou dan ergens anders heen kunnen gaan. Schaamte belet veel mensen om hierover te praten. Het is nodig om voor zulke zaken oog te krijgen.”

Ook in de opvoeding kunnen zaken scheefgroeien. „Bijna alle ouders willen goed voor hun kinderen zijn, maar soms redden ze het zelf niet. Als ze dan niet om hulp vragen, kan het in de opvoeding ongewild van kwaad tot erger gaan.”

Slaan is volgens de functionarissen dan nooit een oplossing. „Het is belangrijk dat de communicatie weer op gang komt, zodat de relatie hersteld kan worden. Het is geen schande als er iets misgaat in de opvoeding. We zijn er toch om elkaar te helpen? Het zou juist normaal moeten zijn om elkaar te bevragen op opvoedingszaken.”

Van den Belt en Snoei geven aan dat de aandachtsfunctionarissen er zijn om toe te rusten en te verwijzen naar de hulpverlening en niet om zelf hulpvragers te begeleiden. „De verwijzing kan geschieden naar een van de eigen instellingen zijn, maar ook naar een andere.”


Toerustingsdagen

Van den Belt en Snoei zijn op 5 en 12 september in Oud-Beijerland en Elspeet aanwezig om tijdens regionale toerustingsdagen van de Hersteld Hervormde Kerk over hun werk te vertellen. Verder willen ze voorlichting geven aan kerkenraden, zodat deze beter toegerust zijn om het gesprek aan te gaan in de gezinnen. De functionarissen zijn van plan om materiaal ontwikkelen voor de jeugd over gevoelige onderwerpen zoals grenzen aangeven, weerbaarheid en seksualiteit.


Lees ook

„Meer openheid huiselijk geweld nodig”

Ouders leren omgaan met onmacht en conflicten

Jarenlang zwijgen over incest

De mantel der liefde bedekt niet alles

Ds. Mulder: Misbruik extra ingrijpend in kerk

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer