De trein was van het Keleti-station in Boedapest vertrokken en zou naar de Oostenrijkse grens rijden. Maar de trein stopte al in Bicske, slechts 25 kilometer van de Hongaarse hoofdstad. Daar is een groot aanmeldcentrum voor vluchtelingen gevestigd.

De politie beval ze uit te stappen en naar de bussen te gaan die ze naar het centrum moeten brengen. Vluchtelingen scandeerden: „Geen kamp, geen kamp!” Tientallen zijn toen uit protest op de rails gaan liggen. De mobiele eenheid probeert de mensen van het spoor te halen.

Intussen heeft de Hongaarse premier Viktor Orban donderdag aangekondigd dat de Hongaarse regering het leger gaat inzetten bij de grens om vluchtelingen en migranten te weren. Het Hongaarse parlement buigt zich momenteel over nieuwe maatregelen die tot „een nieuwe juridische situatie bij de grens zullen leiden, nog strikter dan eerst.” Toen hij werd gevraagd of hij het leger gaat inzetten bij de grens zei de premier ja. Het gaat om zo’n 3500 militairen, die Orban wil inzetten bij de zuidelijke grens.

De premier zei verder dat de grote vluchtelingenstroom richting Europa niet een Europees probleem is, maar een Duits probleem. „Niemand wil in Hongarije blijven”, aldus Orban. „Wij Hongaren zitten vol angst. Mensen in Europa zitten vol angst, omdat we zien dat Europese leiders, onder wie de premiers, niet in staat zijn de situatie onder controle te krijgen.”

Janos Lazar, de stafchef van Orban, riep Duitsland op om de migranten bij het station in Boedapest te helpen. „We zouden graag zien dat Duitsland, waar de migranten heen willen, zijn steentje bijdraagt.” Lazasr opperde dat de Duitse ambassade in Boedapest de migranten visa zou kunnen verlenen.

Van een vluchtelingencrisis is volgens Lazar geen sprake. „Wij geloven dat dit hoofdzakelijk een immigratiecrisis is, geen vluchtelingencrisis en Europa kan het in deze situatie niet nalaten zijn grenzen te bewaken.”