Waarom zou je je kind een smartphone geven?
Ouders zouden eens moeten overwegen om hun kind geen smartphone te geven, stelt ds. M. van Reenen. Waarom zou je je kinderen iets geven waaraan grote gevaren verbonden zijn?
Het begin van het schooljaar is voor veel ouders het moment waarop ze voor de vraag staan: „(wanneer) geef ik mijn kind een smartphone?” Het antwoord op die vraag is niet eenvoudig. (Vrijwel) geen ouder zal zeggen: „hoe eerder hoe liever”, of juist: „pertinent niet.” Het is voor de meesten een worsteling. In die worsteling hebben we elkaar nodig. Daarom wil ik juist aan het begin van het schooljaar wat handreikingen doen. Daarbij wil ik pleiten voor meer terughoudendheid.
Uit gesprekken die ik met diverse personen hierover heb gehad, heb ik geleerd dat ik mijn winst kan doen met ervaringen van hen die de weerbarstigheid van de praktijk kennen. Aan de andere kant ben ik er ook van overtuigd dat we, vóórdat we de praktijk in gaan, een heldere visie moeten hebben op het principe.
Dit betekent in de eerste plaats dat we diep doordrongen moeten zijn van de gevaren. We weten het (bijna) allemaal in theorie wel, maar we mogen er niet aan wennen. Het aanhoren van de lezing van Erik-Jan Verbruggen op de Haamstedeconferentie (RD 25-8) zette me er weer bij stil. Er is de afgelopen twintig jaar iets grondig veranderd. Het is gegaan van ”seks in de samenleving” naar een ”verseksualiseerde samenleving” – waarbij alles dus doordrenkt is van de seks.
Waar komt deze verandering vandaan? Voor een groot deel van de vrije beschikbaarheid van allerlei moderne media. Er zijn continu open kanalen waar de ”verseksing” doorheen kan vloeien. Wat is het dan onvoorstelbaar schadelijk als onze kinderen de apparaten op zak hebben waarmee ze toegang hebben tot deze kanalen. Dit doet veel met een mens, en zeker met een jongere die in seksuele zin nog in ontwikkeling is. Wat een ingang geven we de vorst der duisternis om ons en onze kinderen te vergiftigen.
Eerder pleitte ik al voor een nulbeleid (RD 24-6-2014). In dit artikel wil ik graag een aansporing en aanbeveling doen aan die ouders die nu de keuze aan het maken zijn. Ik zou u willen zeggen: als het maar even kan, ga deze weg niet in, bewaar uw kind hiervoor. Tegelijkertijd zijn er heel wat bezwaren. Ik wil proberen u daarin wat te helpen.
Bezwaren
Het heftigste bezwaar is denk ik: „Maar dan komt mijn kind alleen te staan!” Ja, dat is ontzettend moeilijk voor een puber voor wie de vriendengroep belangrijk is. Als eerste wil ik echter zeggen dat het in sommige gevallen nog wel meevalt. Er zijn meer jongeren van wie de ouders aarzelen. In de tweede plaats een tip: bel eens een paar ouders op van klasgenoten die u kent. De kans is groot dat zij precies hetzelfde vinden. Als u merkt dat u hierin samen staat, kan dit al ontzettend helpen. Als laatste: hoe moeilijk het ook is, wellicht is in onze tijd wel een van de belangrijke dingen die wij onze kinderen moeten leren, dat zij zo nodig alleen kunnen staan.
Vanwege de grote groepsdruk die er heerst, volgt algauw ook het tweede bezwaar: „Maar dit standpunt houd je nooit vol!” Dat zou kunnen. Er zijn voorbeelden van ouders die het heel serieus geprobeerd hebben, maar na twee jaar alsnog ‘overstag’ gingen. Echter, was hun eerste afwijzing dan voor niets?
In de meidagen van 1940 hoefde het Nederlandse leger geen enkele illusie te hebben dat het de strijd met de Duitsers zou kunnen winnen. De vijfdaagse strijd heeft echter mensen als koningin Wilhelmina de kans gegeven om Nederland te verlaten. Een Bijbels voorbeeld. De muren van Jeruzalem konden de Assyrische legers onmogelijk houden. Toch liet Hizkia de poorten sluiten. En intussen zocht hij indringend de hulp van zijn God. Laat dat ook onze houding zijn: „in ons is geen kracht tegen deze grote menigte”, zodat we alleen bij de Heere vandaan de echte bewaring kunnen vinden. En laten wij tegelijk onze plicht doen.
Geheelonthouding
Een laatste veelgehoorde bezwaar is dat wij nu eenmaal in deze wereld leven. Onze jongeren komen toch wel op allerlei manieren met de internetoverdaad in aanraking. In plaats van te kiezen voor onthouding zouden wij daarom onze krachten moeten geven aan toerusting.
Hier zit veel waars in. Via vrienden, oudere broers of zussen en dergelijke zien ook jongeren zonder smartphone vaak meer dan hun ouders lief is. Het is daarom ook onvoorstelbaar belangrijk om op te voeden tot ”mediawijsheid”, waarbij we praktische richtlijnen geven en tegelijkertijd veel wijzen op de vreze des Heeren, die het beginsel van de wijsheid is. We moeten echter het ene doen en het andere niet nalaten. Om veel redenen, maar in het bijzonder wel omdat van geheelonthouding in dezen het krachtigste signaal uitgaat. Laten we daarbij als volwassenen zo mogelijk hierin het goede voorbeeld geven. Laat maar zien dat we niet alleen van de jongeren een offer vragen, maar ook van onszelf.
Kortom, laten we niet om pragmatische redenen capituleren voor een ontwikkeling waarvan we principieel de grote gevaren zien. Laten we voor onszelf en onze jeugd bovenal de hulp zoeken bij Hem in Wie niet alleen de kracht is om staande te blijven, maar ook de genade om mislukkelingen te verzoenen.
De auteur is predikant van de hersteld hervormde gemeente te Oldebroek-’t Harde.