Eens met God
Judas:14, 15a
„En van dezen heeft ook Henoch, de zevende van Adam, geprofeteerd, zeggende: Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen.”
Gods heiligen zullen niet uit eigen macht –die komt alleen de grote Rechter toe–, maar als getuigen en dienaren de weldaden van de vromen roemen, hoe ze namelijk de hongerigen gespijsd, de dorstigen gedrenkt en de naakten gekleed hebben.
Gods dienaren zullen in het oordeel over de onbarmhartigheid en ongehoorzaamheid van de goddelozen klagen dat ze geen heilzame vermaningen of goede voorbeelden hebben willen volgen. Wanneer dan het oordeel van de rechtmatige verdoemenis over de goddelozen uitgesproken zal worden, zullen de heiligen het gevelde vonnis van de Rechter goedkeuren, en zeggen: „Halleluja! De zaligheid en de heerlijkheid en de eer en de kracht zij den Heere onzen God; want Zijn oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig” (Openbaring 19:1b, 2a).
Voor de stoel van de Rechter zal ook verschijnen de grote schaar van de mensen, uit allerlei volken, tongen, spraken en naties. Want alle mensen, van wat staat of geslacht of ouderdom zij zijn, moeten geopenbaard worden voor de rechterstoel van Jezus Christus, opdat eenieder ontvangt naar dat hij bij zijn leven gedaan heeft, hetzij goed of hetzij kwaad (Prediker 12:14).
Niet alleen al degenen die ooit in de wereld geleefd hebben of gestorven zijn, of nog leven en sterven zullen voor die tijd, maar ook degenen die ten jongsten dage nog leven, zullen na een snelle en plotselinge verandering voor de Rechter van de levenden en doden moeten verschijnen.
Koenraad Mel, predikant te Hersfeld (”Bazuinen der eeuwigheid”, 1752)