Paleisbrand
Brand - wat is er verwoestender? De Deense koninklijke familie werd er maandag door opgeschrikt. De brandweer moest die avond laat uitrukken om het vuur in het Christiaan-VII-paleis in de hoofdstad Kopenhagen te bestrijden.
Dikke rook vulde een aantal vertrekken van de winterresidentie van de Deense koningin Margrethe II. De brand ontstond in een elektrische installatie. Snel ingrijpen kon grote schade voorkomen.
De rook heeft een aantal schilderijen beschadigd. Sommige stukken zullen naar de restaurateur moeten. Persoonlijke ongelukken deden zich niet voor. De koningin en haar man verbleven op het moment van de brand niet op de Amalienborg, waarvan het paleis een onderdeel is.
In het verleden zijn meer paleizen door brand getroffen. Zondag 2 juni 2002 moest Buckingham Palace -het Londense paleis van de Britse koningin Elizabeth- vanwege een fikse brand worden ontruimd. De brand in het paleis kwam op een erg ongelegen moment, omdat de koningin juist die dagen haar regeringsjubileum groots vierde rond het paleis. De brand was snel onder controle en ook hier bleef de schade beperkt. De feestelijkheden konden gewoon doorgaan.
Tien jaar eerder werd de Britse vorstin zwaarder getroffen. Op 20 november 1992 sloegen grote vlammen uit het dak van haar geliefde weekend- en zomerverblijf Windsor Castle. Een hete schijnwerper zorgde ervoor dat een gordijn oververhit raakte en vlam vatte. Honderd kamers raakten zwaarbeschadigd.
Koningin Elizabeth en haar man prins Philip waren op dat moment aanwezig op het kasteel. Zij hielpen zelf mee om -veelal onbetaalbare- kunststukken te redden van het vuur. Toch ging veel verloren. De schade liep in de tientallen miljoenen ponden. Na een restauratie van jaren kon het beschadigde deel van het kasteel in 1997 weer in gebruik worden genomen.
In Nederland woedde de laatste paleisbrand in 1948. Op 18 mei verwoestte een grote brand het Haagse paleis Noordeinde. De brand brak uit in de gastenverblijven. Vooral de Grote Balzaal liep veel schade op. De kap van de zaal en van het ervoor gelegen middendeel van het paleis ging in rook op. De twee vleugels aan de achterzijde bleven gespaard.
Bijzonder was dat van de brand bijna live verslag werd gedaan op de radio. Voor het paleis stond een met mobilofoon uitgeruste auto van een van de mensen van het PTT Radiolaboratorium. Een novum. Zijn ooggetuigenverslag werd niet alleen doorgegeven aan de bezoekers van een grote brandweerbijeenkomst in de Haagse Houtrusthallen, maar ook doorgezonden richting een Hilversumse radiostudio. Het verslag werd opgenomen en later via de radio uitgezonden.
Koningin Wilhelmina was niet rouwig om de ramp. Toen haar secretaris haar op de hoogte bracht van de brand, reageerde ze glimlachend: „U denkt toch niet dat ik het in brand heb gestoken?”
Tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog had de vorstin op het paleis gewoond, al was het met tegenzin. Na de oorlog had ze daar geen zin meer in. Aanvankelijk wilde Wilhelmina er zelfs niet komen, omdat „de Moffen het bezoedeld hadden.” Later liet ze zich er weer toejuichen. Koningin Juliana deelde de aversie tegen het paleis Noordeinde, al waren de kantoren van haar hofhouding er wel gevestigd.
Na de brand werden noodkappen aangebracht. In 1960 kreeg het paleis een grote opknapbeurt. Pas in 1976 werd begonnen met een ingrijpende restauratie. In 1984 betrokken koningin Beatrix, prins Claus en de hofhouding Noordeinde als werkpaleis. Toen was er voor een kleine 50 miljoen euro aan verspijkerd en waren er geen brandsporen meer te vinden.