DNB: Geen kortingen op pensioenen nodig
AMSTERDAM (ANP). Geen van de 155 pensioenfondsen die extra onder de loep liggen bij De Nederlandsche Bank (DNB), hoeft de pensioenen te verlagen om de financiële situatie te verbeteren. Dat meldt de toezichthouder dinsdag na beoordeling van de herstelplannen van de betreffende fondsen. Eén fonds moet nog wel een nieuw, beter onderbouwd herstelplan indienen.
Pensioenfondsen mogen sinds dit jaar langer de tijd nemen om hun zwakke financiële situatie aan te pakken, maar moeten dan wel met een goed doortimmerd plan komen. Een herstelplan moet binnen twaalf jaar leiden tot een gezonde verhouding tussen de verplichtingen en het vermogen. Gemiddeld nemen fondsen daar 6,5 jaar de tijd voor, blijkt uit de door DNB beoordeelde herstelplannen.
Voorheen moest de dekkingsgraad van pensioenfondsen binnen drie jaar herstellen. Veel fondsen die door de financiële crisis en lage rente in moeilijkheden waren gekomen, moesten daardoor de afgelopen jaren korten op de pensioenen of de premies verhogen.
Om de zogenoemde dekkingsgraad op peil te brengen kunnen pensioenfondsen de premie verhogen of de jaarlijkse verhoging van de pensioenaanspraken uitstellen. In het uiterste geval moeten de pensioenen worden verlaagd. Verder mogen de fondsen binnen zekere grenzen rekenen op een toename van hun vermogen door rendement op hun beleggingen. Voor aandelen mogen zij uitgaan van 7 procent, voor vastgoed is dat 6 procent.
Uit de beoordeelde herstelplannen blijkt dat het pensioenfondsen hun herstel vrijwel geheel uit waardestijging van de beleggingen denken te kunnen halen. Gemiddeld gaan ze uit van 4,7 procent rendement. Een aantal, veelal grotere fondsen, zoekt volgens DNB wel de grenzen op door uit te gaan van de maximaal toegestane rendementsverwachtingen. Of die prognoses uitkomen, hangt af van de marktontwikkelingen.
Een op de vijf fondsen met onderdekking heeft wel voldoende bufferruimte om de pensioenen volgend jaar gedeeltelijk mee te laten stijgen met de inflatie. Twee derde van de pensioenfondsen verwacht dat in 2018 te kunnen doen.