Hij reageert hiermee op het bericht dat de AIVD ten onrechte gesprekken en e-mails heeft uitgewerkt tussen ‘targets’ van de dienst en advocaten van het Rotterdamse kantoor Seebregts & Saey. De inlichtingendienst ging op dezelfde manier ook over de schreef bij het Amsterdamse kantoor Prakken d’Oliveira, dat ook veel terrorismeverdachten verdedigt.

Het uitwerken van communicatie in bijvoorbeeld tapverslagen mag bij advocaten alleen als er concrete aanwijzingen zijn dat er een direct gevaar bestaat voor de nationale veiligheid. De AIVD moet een afweging maken tussen de veiligheid en het belang van de advocaten om vertrouwelijke gesprekken te kunnen voeren.

„Wat advocaten al lang vermoedden, blijkt nu weer bevestigd door dit onderzoek van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten”, concludeert Nooitgedagt. „Wellicht zouden alle advocaten die terrorismeverdachten bijstaan een klacht moeten indienen bij deze CTIVD. Ik heb er geen twijfel over dat dan zal blijken dat de schaal waarop de AIVD gesprekken heeft afgeluisterd tussen advocaten en cliënten die als ‘target’ worden gezien, veel groter is dan werd vermoed en stelselmatig zal blijken te zijn.”

„Gelet op het fundamentele belang van het recht op een effectieve verdediging moeten direct maatregelen worden getroffen om deze vorm van aftappen te stoppen, zoals ook de rechter in Den Haag onlangs heeft beslist”, benadrukt de voorzitter van de NVSA. „Dat het kabinet zich heeft voorgenomen om vooraf een onafhankelijke toets in te voeren of deze manier van afluisteren in een bepaalde zaak nodig is voor de nationale veiligheid, is positief. Maar het wetgevingsproces zal te lang duren. Wij vinden overigens dat een dergelijke toets slechts echt onafhankelijk is, als deze wordt gedaan door de onafhankelijke rechter.”