Kerk & religie

Nederlands Gereformeerd Seminarie stopt: We wilden Gods Woord vooropstellen

Drie jaar geleden werden de laatste lessen gegeven, dit jaar zetten de twee nog overgebleven studenten een punt achter hun opleiding. Het Nederlands Gereformeerd Seminarie houdt op te bestaan. Docent van het eerste uur ds. K. H. de Groot: „Het einde van het seminarie past in het beeld dat er in onze kerken steeds minder een profetisch geluid in de prediking klinkt.”

Albert-Jan Regterschot

1 September 2015 06:32Gewijzigd op 15 November 2020 21:24
College aan het NGS in 2011. beeld Jan-Willem Ploeg
College aan het NGS in 2011. beeld Jan-Willem Ploeg

Een eigen predikantenopleiding. Dat stond de initiatiefnemers van het Nederlands Gereformeerd Seminarie (NGS) voor ogen toen vanaf 1967 een groot aantal gemeenten buiten de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt kwam te staan. Stukje bij beetje organiseerden de ‘buitenverbanders’ zich in de jaren die volgden. In 1979 namen ze de naam Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) aan. Enkele jaren eerder was een poging ondernomen om een eigen predikanten­opleiding te starten: het Nederlands Gereformeerd Seminarie.

Ds. K. H. de Groot, emeritus predikant uit Lochem, is sinds 1978 betrokken bij het seminarie. Aanvankelijk als docent Hebreeuws en Aramees, vanaf 1979 ook als docent Oude Testament. Hij zag in al die jaren bijna vijftig studenten voorbijkomen. „Ik denk dat zeker dertig van hen predikant zijn geworden in onze kerken.”

Het seminarie bleef door de jaren heen een project van een groep van zo’n zeven tot acht overwegend behoudende gemeenten binnen de NGK. Een daarvan is de gemeente van Urk, waar vanavond het einde van het NGS wordt gemarkeerd. Ds. De Groot: „Ons uitgangspunt is altijd geweest een Schriftgetrouwe omgang met de Bijbel. Dat is Gods Woord, en als je predikant wilt worden, moet je dat door en door kennen. Vandaar dat we veel aandacht gaven aan het leren van de grondtalen. Niet alleen het Hebreeuws en het Grieks, maar ook het Aramees, omdat delen van het boek Daniël en delen van Ezra in die taal zijn geschreven.”

Ds. De Groot stelt dat het seminarie onderwijs op academisch niveau nastreefde. Onder de docenten waren ook enige tijd twee hoogleraren. „Prof. dr. A. Th. van Deursen van de Vrije Universiteit gaf kerkgeschiedenis, prof. dr. A. Troost, hoogleraar wijsgerige ethiek aan diezelfde instelling, gaf filosofie. We vonden het belangrijk dat studenten er van op de hoogte waren wat er in de academische wereld naar voren werd gebracht, maar we wilden geen Schrift­kritische gedachten verspreiden. Het is belangrijker om te kijken naar wat Gods Woord zegt en na te denken over de vraag hoe je dat uitlegt.”

De opzet van het seminarie kende wel zijn beperkingen, erkent ds. De Groot. „Wij leidden op tot het niveau van het kandidaatsdiploma. Dat was voldoende om predikant te worden, totdat de kerken eisten dat je na het kandidaats ook je doctoraal moest halen. Daarvoor ontbrak het de docenten op het seminarie aan tijd en kennis. Verschillende studenten deden elders de doctoraalstudie erachteraan. Meestal was de aansluiting goed.”

Locatie

Het seminarie was de laatste jaren gevestigd in een pand in de binnenstad van Amersfoort dat werd gehuurd van de protestantse gemeente. In de beginjaren werd het onderwijs aan huis gegeven, zegt ds. De Groot. „Ik was indertijd predikant in IJssel­muiden, en de studenten kwamen daar dan naartoe. Een bekende student uit die periode was de latere baptistenpredikant ds. Orlando Bottenbleij uit Drachten. Hij had belangstelling voor de gereformeerde theologie en studeerde daarom bij ons, ook al behoorde hij niet tot onze kerken.” Het seminarie kreeg uiteindelijk een vaste locatie. Eerst in Zaandam, later in Amersfoort, „omdat dat centraler ligt.”

Ondanks, of misschien wel dankzij het kleinschalige karakter van het seminarie, was er altijd een hoge mate van betrokkenheid vanuit de „steunende gemeenten”, aldus de predikant. „We zaten weleens verlegen om gekwalificeerde docenten, maar nooit om geld. Er kwamen voldoende giften binnen. Bovendien waren de kosten laag: de docenten werkten tegen een onkosten­vergoeding.”

De opzet van het seminarie was toegesneden op degenen die op latere leeftijd predikant wilden worden, zegt ds. De Groot. „We hadden mensen van 30 en 40 jaar en zelfs ouder. De lessen of de tentamens werden gepland op twee dagen.”

Predikanten die het NGS gevolgd hebben, zijn volgens ds. De Groot „als het goed is” te herkennen aan „de Schriftuurlijke prediking en het zich niet bezighouden met Schriftkritische theorieën. We leerden altijd dat in de preek een stuk tekstuitleg naar voren moet komen, gecombineerd met een toepassing.”

Keerpunt

De Nederlands Gereformeerde Kerken besloten tien jaar geleden het NGS niet langer te erkennen als predikanten­opleiding. „Een keerpunt”, aldus ds. De Groot. Wie predikant wil worden in de NGK, moet sinds 2005 de Nederlands Gereformeerde Predikantenopleiding volgen. Die is ondergebracht bij de christelijke gereformeerde Theologische Universiteit Apeldoorn. „Wie op latere leeftijd nog predikant wil worden, staat in de kou”, stelt ds. De Groot. „De studie die dan wacht, is een lange weg, die moeilijk te combineren valt met werk en gezin.”

Wijst het verdwijnen van het seminarie erop dat de groep die vasthoudt aan een behoudende koers slinkt? In ieder geval lijken ontwikkelingen als het gedogen van samenwonen, het samenleven van homo’s en het doordringen van Schriftkritische geluiden „aan invloed te winnen”, zegt de predikant. Hij vreest dat de weten­schappelijke theologie gaat domineren in de opleiding van voorgangers.

Van de andere kant werd het seminarie juist verweten dat het te weinig openstond voor moderne theologische inzichten. Ds. De Groot: „Terwijl wij stelden: je kunt dergelijke kennis wel gebruiken, maar het mag niet Gods Woord overheersen. Er is in het verleden wel onnodig gepolariseerd. In het blad dat het seminarie uitgaf, werden ontwikkelingen en mensen in de kerk bekritiseerd. Daar is de redactie later gelukkig mee gestopt.”

De predikant uit Lochem blijft echter bezorgd over de prediking in de NGK. „Veel ouderen voelen zich niet meer thuis in de kerk, omdat ze de preken te oppervlakkig vinden. Om de mensen vast te houden, wordt op allerlei punten toegegeven. Het zingen van de psalmen verdwijnt uit beeld, evangelische liederen komen ervoor in de plaats. Er wordt zo weinig meer gesproken over, en vooral uit het verbond. De zekerheid moet niet liggen in ervaringen, zoals je dat hoort in de evangelische beweging. Het gaat niet om starre verbondsprediking, maar dat je benadrukt dat onze zekerheid erin ligt dat de Heere ons van jongs af opneemt in Zijn verbond. Dat geluid klinkt minder, dat vind ik verdrietig. Natuurlijk mag je je als kerk op ondergeschikte dingen door de tijd heen aanpassen. Maar als het de kern van het Evangelie en de gereformeerde leer raakt, gaat me dat aan het hart.”


„Laatste jaren in het teken van afwikkelen”

Het moment dat het Nederlands Gereformeerd Seminarie (NGS) moest stoppen, hing al jaren in de lucht. Dat zegt ds. J. M. de Groot, Neder­lands gereformeerd predikant in Wezep.

Ds. De Groot, een zoon van ds. K. H. de Groot, is de laatste bestuursvoorzitter van het seminarie. Hij trad aan in 2012, toen al bekend was dat het NGS zou sluiten. „De laatste jaren stonden in het teken van het afwikkelen van zaken. We hebben met het opheffen van het seminarie gewacht tot de laatste twee studenten hun studie afgerond hebben. Een van hen studeert in september af, de andere beëindigt de opleiding met deelcertificaten.”

De komst van de Nederlands Gereformeerde Predikantenopleiding (NGP) betekende het einde van het seminarie, zeker toen duidelijk werd dat de ‘seminariemannen’ door de kerken niet meer werden toegelaten tot het predikantsambt, aldus ds. De Groot. „De komst van de NGP is echter een gevolg van veranderingen in kerk en maatschappij, waarbij professionalisering steeds belangrijker wordt.”

Persoonlijk had de predikant graag gezien dat er een samenvoeging van het NGS en de NGP was gekomen. „Dat lag binnen het bestuur van het seminarie echter moeilijk.” Het gevolg is dat er nu nog maar één route is om predikant te worden in de NGK: via de NGP. „Het spijtige is dat mensen met een zogeheten ”late roeping” daardoor wat buiten de boot dreigen te vallen. Voor hen is een fikse studie vaak niet te combineren met andere verplichtingen.”

Ds. De Groot denkt dat het „te pretentieus” is om te zeggen dat de kerken iets gaan missen, nu het seminarie ophoudt te bestaan. „We hebben altijd uit willen dragen dat we dicht bij Gods Woord moeten blijven, en dat niet iets anders, wetenschap of het gevoel dat het goed zit, het Woord mag verdringen. Ook de NGP legt de nadruk op Gods Woord als fundament. Tegelijk hoop ik dat daar ook iets voelbaar blijft van onze bezorgdheid over dreigende verwetenschappelijking, waarbij de wetenschap gaat heersen over de Bijbel.”


Afsluitende bijeenkomst markeert einde seminarie

Met een afsluitende samenkomst in de Jeruzalemkerk in Urk, wordt vanavond het einde gemarkeerd van het Nederlands Gereformeerd Seminarie (NGS).

De in Amersfoort gevestigde predikantenopleiding stopt wegens gebrek aan studenten en omdat het seminarie sinds de oprichting van de Nederlands Gereformeerde Predikantenopleiding, in 2004, niet langer door de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) erkend wordt.

Het NGS werd opgericht in 1973, zes jaar na de scheuring in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, waaruit de NGK ontstonden. De oprichters, mr. J. van den Berg, drs. A. Keizer, ds. J. C. Janse en F. J. Kerkhof, schreven een brief aan alle kerkenraden van de ‘buitenverbandgemeenten’, met het verzoek om steun. Die kwam er, maar slechts van een minderheid van de gemeenten. De oorzaak: verschillen van inzicht tussen de kerken. Desondanks werden er vanaf 1976 studenten opgeleid tot predikant.

Het seminarie werd nooit de officiële predikantenopleiding van de Nederlands gereformeerden. De landelijke lijn was dat studenten het advies kregen om te studeren bij de christelijke gereformeerde predikanten­opleiding in Apeldoorn. Daarnaast kenden de kerken de Theologische Studie Begeleiding (TSB). Nederlands gereformeerden die theologie studeerden op diverse plaatsen kwamen in het kader van de TSB meestal eens per maand bijeen voor een studiedag.

Ds. L. W. G. Blokhuis was jarenlang het boegbeeld van het Nederlands Gereformeerd Seminarie. Hij en anderen met hem vonden dat de wetenschappelijke theologie op de bestaande predikantsopleidingen een te grote plaats innam. Het seminarie probeerde daarom een echte ‘domineesschool’ te zijn, waar Schriftstudie de belangrijkste plaats innam. In totaal volgden 48 studenten de opleiding aan het seminarie. Het merendeel van hen werd predikant.

De predikantenopleiding had tot het laatst toe binnen de NGK steun van een aantal behoudende gemeenten en van een deel van de predikanten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer