Kabinet in beroep in milieuzaak Urgenda
DEN HAAG (ANP). Het kabinet gaat in beroep tegen de uitspraak van de rechter in Den Haag dat Nederland meer moet doen om de uitstoot van CO2 te verminderen. Tegelijk begint het wel met de uitvoering van het vonnis in de zogenoemde Urgenda-zaak. Dat heeft staatssecretaris Wilma Mansveld (Milieu) dinsdag aan de Tweede Kamer laten weten.
Binnen het kabinet en tussen de regeringspartijen VVD en PvdA bestaat overeenstemming dat het gaat om een zeer principiële zaak waarbij bekeken moet worden of de rechter met zijn vonnis niet op de stoel van de politiek is gaan zitten. Volgens Mansveld zet het kabinet vraagtekens bij de manier waarop de rechtbank het kabinetsbeleid toetst.
De rechter verklaart internationale verdragen tussen landen rechtstreeks van toepassing op de inwoners van Nederland en stelt ambities die landen met elkaar afspreken voor de toekomst vandaag al als ondergrens van zorgvuldig beleid vast, aldus Mansveld.
Het kabinet vraagt daarom het oordeel van een hogere rechter over de manier waarop de rechtbank het begrip ‘zorgvuldigheid’ invult. Mogelijk zal het kabinet tot aan de Hoge Raad doorprocederen.
Dat neemt niet weg dat er wel een rechterlijke uitspraak ligt en dat hoger beroep geen opschortende werking heeft. Daarom wordt al wel begonnen met de uitvoering van het vonnis en worden extra milieumaatregelen voorbereid.
De zaak tegen de Staat werd aangespannen door klimaatorganisatie Urgenda, samen met bijna negenhonderd mede-eisers. De Haagse rechtbank oordeelde eind juni dat de Nederlandse overheid ervoor moet zorgen dat in ons land de uitstoot van het broeikasgas CO2 in 2020 met zeker 25 procent is teruggedrongen ten opzichte van het jaar 1990.
Volgens de rechter heeft de Staat een zorgplicht voor de bescherming en verbetering van het leefmilieu. De rechter zei dat in Nederland de CO2-reductie volgens het huidige beleid onder de 17 procent zou blijven.