Willem-Alexander ging in op het belang van het hbo. Hij noemde het hoger beroepsonderwijs „een van de belangrijkste hefbomen in de naoorlogse geschiedenis van ons land”. Honderdduizenden vrouwen en mannen uit alle lagen van de samenleving hebben hun talent erdoor kunnen ontwikkelen. De „goed opgeleide professionals” van het hbo kunnen allerlei maatschappelijke vragen beantwoorden, aldus de koning. „Daarom moeten we het hbo koesteren.”

Verder refereerde hij eraan dat veertig jaar geleden één op de tien Nederlanders hoger opgeleid was, tegen drie op de tien nu. „ U bent dus minder exclusief geworden”, zei Willem-Alexander tegen de studenten die nu net aan de Haagse Hogeschool zijn begonnen. In 1975 studeerden ongeveer 180.000 mensen aan een hogeschool, nu zijn dat er meer dan 450.000. „Iets meer vrouwen dan mannen overigens… Hoewel de mannen zich nog redelijk staande weten te houden.”

De koning sprak ook de studenten rechtstreeks aan: „Sommigen van U hebben het komende jaar al helemaal uitgestippeld. U heeft Uw doel helder voor ogen en alle tussenstappen strak gepland. Voor anderen is het meer een ongewis avontuur. Een ontdekkingstocht. U laat zich graag verrassen door wat er onderweg op Uw pad komt. Sommigen van U worden gedreven door ambitie. Anderen door nieuwsgierigheid. Misschien lijdt U aan keuzestress en twijfelt U nog een beetje.”