Bush gebruikt WTC-tragedie voor verkiezingsspots
Beelden van de ruïnes van het verwoeste World Trade Center (WTC) in New York en van brandweerlieden die een slachtoffer wegdragen, moeten het vastberaden leiderschap van president Bush in moeilijke tijden onderstrepen. Het gaat hier om de eerste televisiespots in de herverkiezingscampagne van de Republikeinse Amerikaanse president die donderdag in zestien Amerikaanse staten werden uitgezonden.
Het gebruik van deze beelden lokte scherpe reacties uit van sommige nabestaanden van slachtoffers van de septemberaanslagen in 2001 en van de vakbond van brandweerlieden. „Het is stuitend en het getuigt van een totaal gebrek aan goede smaak om zulke beelden te gebruiken voor een politieke campagne”, meent Bill Doyle, die bij de aanslag zijn zoon verloor. „Het is des te weerzinwekkender, omdat de president alles doet om het werk van de commissie die de omstandigheden van de septemberaanslagen onderzoekt, te dwarsbomen”, aldus Doyle.
Het Witte Huis weigert de desbetreffende commissie inderdaad stelselmatig inzage in tal van documenten die opheldering kunnen verschaffen over de vraag of de overheid aanwijzingen had voor een mogelijke aanval door de terreurbeweging al-Qaida. Bush weigert ook om in het openbaar voor de commissie te getuigen. Hij is wel bereid mee te werken aan een hoorzitting achter gesloten deuren.
Brandweerlieden zijn evenmin te spreken over het ongevraagde gebruik van beelden van hun „heldenwerk.” „Het is teleurstellend, maar niet verbazingwekkend dat deze president beelden van het heldenwerk van anderen misbruikt voor zijn eigen politieke campagne”, meent voorzitter Harold Schaitberger van de International Association of Fire Fighters. Deze vakbond van brandweerlieden steunt Democratisch presidentskandidaat senator John Kerry in diens presidentiële verkiezingscampagne.
De manoeuvre van Bush heeft overigens niet alleen tot negatieve reacties geleid. Enkele families van slachtoffers van de aanslagen van 11 september verklaarden dat zij het gebruik van de beelden niet beledigend vinden. „Ik heb er geen probleem mee dat Bush verwijst naar zijn leiderschap in die moeilijke tijd”, aldus een vrouw die haar zus bij de terreuractie verloor.
Ook Karen Hughes, media-adviseur van president Bush, verdedigde het gebruik van de beelden. „Het drama van de elfde september had nationale invloed en was een belangrijk oriëntatiepunt voor het verdere beleid van onze president”, aldus Hughes. Democratisch senator Frank Lautenberg uit New Jersey heeft president Bush in een brief dringend verzocht de tv-spots niet meer uit te zenden. „Het gebruik van materiaal van 11 september in politieke campagnespots verlaagt en onteert de nagedachtenis van de duizenden die die dag omkwamen”, aldus Lautenberg in zijn brief.
In de eerste peiling sinds duidelijk werd wie de Democratische presidentskandidaat wordt, gaan John Kerry en de Amerikaanse president George Bush nek-aan-nek, terwijl onafhankelijk kandidaat Ralph Nader voldoende stemmen krijgt om het resultaat van de verkiezingen in november te beïnvloeden. Dat is donderdag gebleken uit de peiling die Associated Press liet uitvoeren.
Bush zou op dit moment 46 procent krijgen, Kerry 45 procent en Nader, de kandidaat van de Groenen in 2000 die pas twee weken geleden zijn deelname bevestigde, 6 procent. In vorige peilingen, waarin Nader niet werd meegeteld, had Kerry steeds een lichte voorsprong op Bush.
Kerry heeft een vaste kern kiezers van 28 procent en scoort goed bij minderheden, mensen met een laag inkomen, alleenstaanden, ouderen en katholieken. Bush heeft een vaste kern van 37 procent en haalt zijn stemmen voornamelijk onder blanken, mannen, protestanten, huizenbezitters en inwoners van voorsteden.
Volgens veel Democraten heeft Nader Al Gore in 2000 van de overwinning afgehouden. Bush won toen in verschillende staten met zo’n een krappe marge dat de stemmen die Nader er kreeg Gore in het Witte Huis hadden kunnen doen belanden. Ditmaal wordt het echter een zeer zware opdracht voor Nader om zijn naam in alle vijftig staten op het stembiljet te krijgen.
In de peiling werd voorts gevraagd om een beoordeling van Bush als president. Van de ondervraagden zei 48 procent tevreden te zijn, 49 procent is ontevreden. Zes op tien mensen vinden dat het land op de verkeerde weg is.