Heilig oordeel
Judas:14, 15a
„En van dezen heeft ook Henoch, de zevende van Adam, geprofeteerd, zeggende: Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen.”
O, wat voor bliksemende stralen zullen er dan rondom de troon van de Rechter schitteren als er zo veel duizendmaal duizenden om Hem heen zullen staan! Zoals de jongen van Elisa de heilige engelen rond de berg als vuurvlammen zag (2 Koningen 6:17). Wat een glans zal de wolken des hemels dan verlichten, als alle serafim en cherubim in de allerblinkendste klaarheid en orde voor de rechterstoel van Jezus zullen staan! Alle heiligen, die Christus tegemoet in de lucht zullen worden opgenomen (1 Thessalonicenzen 4:17), zullen ook Zijn heerlijke verschijning groot maken.
Christus spreekt van de twaalf apostelen, die de twaalf stammen Israëls richten zouden. Doch dit ziet voornamelijk op de prediking van het Evangelie. De apostelen waren allereerst tot het volk van Israël gezonden om de verstrooide geslachten door de prediking van het Evangelie te verzamelen en om aan hen te tonen dat zij, indien ze de stem van Christus ongehoorzaam waren, verdoemd en als een ondankbaar Kanaän met de ban geslagen zouden worden. Immers (1 Korinthe 6:2): „Weet gij niet, dat de heiligen de wereld oordelen zullen?” De rechtvaardigen, die hier in dit leven door het geloof de wereld overwonnen hebben, zullen daarna eens de wereld, de goddelozen die het hier met de wereld gehouden hebben, richten.
Koenraad Mel, predikant te Hersfeld (”Bazuinen der eeuwigheid”, 1752)