Dat het Romeinse binnenvaartschip zo lang is weggeweest, heeft alles te maken met het conservatieproces. Het heeft daarvoor jaren in een bad moeten liggen waarin een chemisch goedje langzaam de plaats van het water innam. „Nu kan er niets meer mee gebeuren. Je kan het inderdaad aanraken. Maar dat willen we nu weer liever niet, want het blijft natuurlijk kwetsbaar”, zegt stadsarcheoloog Erik Graafstaal.

Het schip werd rond 150 na Christus gebouwd en is tot ongeveer het jaar 190 in gebruik gebleven. De vondst maakte duidelijk dat het als gevolg van een ongeluk is vergaan. Opvallend aan de ontdekking is dat er veel gebruiksvoorwerpen omheen werden gevonden die meer over het leven van weleer duidelijk maken. „Het is eigenlijk een tijdscapsule”, aldus Graafstaal. In de kajuit met een keukentje en een klein slaapvertrek werden persoonlijke eigendommen gevonden, zoals schoenen, meubels en gereedschappen.

Castellum is gebouwd op een Romeins fort dat niet is opgegraven.