„Benoeming bisschoppen goed voor de kerk”
AMERSFOORT. Hij aarzelt niet om voorstellen te doen die hier en daar in de kerk de wenkbrauwen doen fronsen. „Als je de classes helemaal afschaft, haal je het hart uit het kerkelijk gebinte. Dan heb ik liever een soort bisschop.”
Professor dr. Leo J. Koffeman, hoogleraar kerkrecht en oecumene aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), gaat vandaag met emeritaat. Hij is 67 jaar en het wordt tijd om afscheid te nemen, zo vindt hij zelf.
De hoogleraar, met zijn kenmerkende –steeds grijzer wordende– baard, heeft aan de vooravond van zijn emeritaat trouwens nog steeds een energieke uitstraling, die een net afgestudeerde student niet zou misstaan. Praten over de kerkorde en over het kerkrecht doet hij graag en moeilijke zaken maakt hij duidelijk met humoristische voorbeelden. „Er zijn nogal wat mensen die denken dat pastoraat en kerkrecht elkaars tegenpolen zijn. Ik merk dat soms ook onder studenten. Maar dat is helemaal niet het geval.”
Dr. Koffeman was ooit gereformeerd gemeentepredikant. Op latere leeftijd werd hij door de vroegere Gereformeerde Kerken in Nederland benoemd tot hoogleraar kerkrecht. Daarnaast bekleedde hij de afgelopen jaren tal van functies in allerlei verbanden die te maken hebben met kerkrecht en oecumene. Ook internationaal blaast hij zijn partijtje mee.
Sinds 2004 is hij binnen de Protestantse Kerk in Nederland een autoriteit als het gaat om kerkrecht en kerkorde. Bij zijn afscheid kan hij het niet laten vooruit te kijken. Vooral omdat onlangs door het synodebestuur van de Protestantse Kerk een discussiestuk werd gelanceerd over de toekomst van de kerk. Een van de daarin genoemde opties om de kerkelijke structuur meer bij de tijd te brengen, is om de 75 classes af te schaffen.
Dr. Koffeman: „Dat is niet wijs. Ik begrijp heel goed dat er iets moet gebeuren met onze kerkelijke structuur. Maar als je de classes als tussenlaag er zonder meer uithaalt, snij je het hart weg uit ons kerkordelijk systeem. Daarmee los je de problemen niet op, vrees ik. Dan voel ik meer voor de optie ze te vergroten en ze zo in feite te vervangen door een soort particuliere synodes, zoals we dat vroeger noemden. En per regio een predikant die als een soort bisschop meer bevoegdheden krijgt.
Lachend: „Ik heb, eigenlijk in mijn onschuld, heel lang geleden eens voor een gereformeerde bisschop gepleit bij een congres. Dat is toen opgepikt door een reporter van de Wereldomroep en het werd groot nieuws in alle media in Nederland. Ik ken de weerzin tegen de titel en die begrijp ik ook wel. Maar het gaat mij om het begrip, hoe je zo iemand noemt is niet belangrijk. De ambtsuitoefening kent eigenlijk drie aspecten: een personaal, een collegiaal en een communaal aspect.
Dat laatste betreft de nadruk die ligt op de verworteling in de gemeente. Het eerste dat de uitoefening van het gezag ligt bij de persoon. De kerkorde van de Protestantse Kerk zet vooral in op het middelste: het collegiale aspect. Van mij mag er nu ook best wel wat meer naar de persóónlijke verantwoordelijkheid van de ambtsdrager gekeken worden. Natuurlijk moeten de beslissingen van zo’n persoon wel gecorrigeerd kunnen worden, dat spreekt voor zich.”
Kerkorde
De scheidende hoogleraar, die meeschreef aan de kerkorde van de Protestantse Kerk, is nog steeds trots op dat document. „Het is een bijzonder goede kerkorde die toetsing door de burgerlijke rechter met glans doorstaat. Dat is veelvuldig gebleken, de afgelopen tijd. Maar we zullen de komende tijd wel flink moeten verbouwen. De tijd vergt het.”
Of er bij die ‘verbouwing’ ook gekeken moet worden naar mogelijkheden om predikanten die volgens kerkenraden en gemeenteleden tuchtwaardige beweringen doen makkelijker ter verantwoording te kunnen roepen, betwijfelt hij zeer. „Het afzetten van predikanten die dwalingen zouden verkondigen, heeft in de geschiedenis vrijwel altijd geleid tot een kerkscheuring. De vraag is of je dat moet willen. Ik vind van niet. We moeten als kerk juist het gesprek zoeken en zeggen wat we wél geloven. Dat is een veel krachtiger signaal in een culturele situatie waarin we doorlopend moeten uitleggen waar we voor staan.
Critici die beweren dat de tucht dus in de Protestantse Kerk niet functioneert, hebben gelijk als ze met tucht simpelweg bedoelen dat predikanten moeten worden afgezet. Maar dat is voor mij ook niet het doel. Het doel is dat de kerk in deze cultuur spreekt over wat ze wél gelooft.”