Een emmer water gooien over de rouwauto
Inwoners van het Caraïbische deel van het Koninkrijk der Nederlanden en van Suriname houden er vaak opmerkelijke uitvaartrituelen op na. Hoewel de meeste creolen protestants of rooms-katholiek zijn, speelt het geloof in boze geesten nog steeds een rol.
Op Bonaire rijdt een uitvaartondernemer, voorafgaand aan de kerkdienst, altijd eerst langs het huis of werkadres van een overledene. Daar gooit de familie een emmer water richting de rouwauto. De mannen krijgen na de begrafenis sigaren. Dit gebeurt allemaal om de boze geesten te verdrijven, vertelt Leroy Sedney, uitvaartondernemer op het eiland.
Om de boze geesten niet op te roepen, mogen bezoekers nooit over de muur van een begraafplaats klimmen, waarschuwt Sedney. „Je moet door het hek, anders roep je ongeluk over jezelf af.”
De familie Sedney greep de nieuwe status van Bonaire als bijzondere gemeente van Nederland aan om uitvaartonderneming Nos Consuelo (Onze troost) grondig te vernieuwen. Hun funerarium hield eerst kantoor in een prefab tuinhuisje zoals dat in bouwmarkten verkrijgbaar is. „Mensen hebben angst voor de dood en verkeren hier liever niet in ruimte waarin een overledene ligt opgebaard.”
Tegenwoordig zit het bedrijf in een modern uitvaartcentrum aan de rand van Kralendijk. René en Leroy Sedney: „Dit designgebouw doet niet denken aan een uitvaartcentrum. Het helpt mensen te ontspannen. Helemaal achter in het gebouw bevindt zich het mortuarium.”
Nooit achteruit
Over bijgeloof en de angst voor boze geesten kunnen de energieke broers uren praten. „Zo mag een rouwauto nooit achteruit rijden, anders sterft er binnenkort een familielid. De overledene moet altijd met de benen naar voren het rouwcentrum uit, de rouwwagen in en de kerk in. Daar moeten de dragers beslist rekening mee houden.”
Het bijgeloof rond deze rituelen is diepgeworteld. „Bonairianen zijn bang voor lange traditionele rouwauto’s. We hebben een kortere en moderne aangeschaft.”
Bijgeloof op het veel grotere en eveneens dominant rooms-katholieke buureiland Curaçao is minstens zo aanwezig, bevestigt uitvaartonderneming El Señorial (De statige). Oprichtster en eigenaar Crisma Henriquez-Ramirez (73) bestiert haar imperium al dertig jaar met vaste hand. Via een videosysteem beziet ze vanachter haar bureau alle ruimtes van het fraaie uitvaartcentrum aan de Van Leeuwenhoekstraat. „Vroeger was alles standaard, inclusief de rituelen die ook op Bonaire gelden. Nu willen mensen vaker wat nieuws, zoals Mexicaanse Mariachimuziek of zangers bij de gang naar het graf.”
Rituelen zoals het leggen van muntjes op de ogen van de overledene en het prikken van een speldje in diens kleding raken meer op de achtergrond. Henriquez: „Maar bij alle veranderingen blijven de sigaren tegen boze geesten. En als je wat zand in de grafruimte gooit, mag je het schepje beslist niet doorgeven aan een ander.”
Dansen
Kennismaking met Hennep Begrafenis en Crematieverzorging, de grootste uitvaartonderneming van Suriname, is verrassend. Enerzijds speelt bijgeloof een grote rol, anderzijds werkt het bedrijf aan milieuvriendelijk cremeren. Aan de muur van het kantoor van eigenaar Henry Jacobus Hennep hangt zijn diploma uitvaartverzorger van de Stichting Vakexamens Uitvaartverzorging ’s-Gravenhage naast een ridderorde, verleend door de Surinaamse president.
Op overvolle planken staan Afrikaanse beelden naast oude flessen Chivas Regalwhisky. Juist tijdens het gesprek over bijzondere tradities arriveert er een creoolse rouwstoet op het terrein: zes jonge mannen dansen met de kist over het lange pad, dwars over begraafplaats Heden Ik Morgen Gij, richting het crematorium. Dan volgen uitbundige muzikanten, daarna de familie.
De dragers hebben het rek met de kist los op hun schouders, draaien swingend rond, maken passen naar voren en naar achteren en zinken daarbij demonstratief diep door de knieën. Door deze danspasjes dienen boze geesten op een dwaalspoor te worden gebracht. Zowel bij protestanten van de Evangelische Broedergemeente als bij rooms-katholieken is dit ritueel nog springlevend.
„In Suriname trekt men veel tijd uit om persoonlijk afscheid te nemen”, vertelt Hennep. „Mensen geloven dat je na diens dood nog kunt communiceren met de overledene. Je kunt dan nog iets goedmaken of een conflict uit de wereld helpen.” Ook komt het voor dat een visvriend zijn hengel in de kist komt leggen, of een belmaatje een mobieltje. Mensen leggen er ook wel geld neer. „Dan stond er blijkbaar nog een rekening open.”
Going Home
In het overwegend protestantse Sint Maarten zijn minder rituelen rond bijgeloof en boze geesten. „Protestanten zijn eerder geneigd hun doden te begraven. In tegenstelling tot de Benedenwindse Eilanden worden alle overledenen hier altijd eerst gebalsemd. Dat voorkomt de verspreiding van ziektes en beschermt onze gemeenschap”, zegt Dwain Meyers, manager van Royal Funeral Home and Crematorium, aan de Nederlandse kant.
Opvallend is de binnenbekleding van de kistdeksels. Daar staan teksten als ”In God’s Care” met de kruisen van Golgotha of ”Going Home” met figuratieve vliegende vogels.
Ook op Aruba kregen rituelen rond boze geesten minder vat, omdat het eiland geen slavernijverleden kent en daardoor ook minder banden met Afrika. Speciale dragers kent men op Aruba niet.
Thuis opbaren is er niet gebruikelijk. Het warme klimaat speelt daarbij een belangrijke rol. Vlak voor de kerkdienst wordt de overledene vanuit het mortuarium naar huis vervoerd, voor een afscheid met de familie. „Dan vloeit de whisky rijkelijk”, zegt een uitvaartverzorger die liever anoniem blijft. „Als men na de graflegging de vaak kleurrijke kerkhoven vol kleine grafhuisjes verlaten heeft, spoelt men het verdriet graag weg met een borrel.”
De gevleugelde Papiamentse uitdrukking na een begrafenis is ”ban laba man”, wat letterlijk betekent”laten we de handen gaan wassen”. De genodigden verzamelen zich bij de dichtstbijzijnde snèk, een veelal door Chinezen gedreven bar, vertelt de uitvaartondernemer. „Dan vloeit niet alleen de drank, maar vloeien ook de tranen rijkelijk. Maar na één of twee maanden is vaak alle verdriet weer vergeten.”
„Dansen geeft troost”
Veel Caraïbische en Surinaamse Nederlanders laten zich na hun dood in het land van herkomst begraven. De website van de landelijke uitvaartverzorger Monuta richt zich op Nederlanders van Surinaamse origine. Daarop komen zaken zoals de dodenwake, het ritueel wassen en de plechtigheid aan de orde: „Er bestaat geen specifieke Surinaamse begrafenis, maar veel Surinamers geven aan dat zij dansend naar het graf willen worden gebracht. Het dansen is een vorm van rouwverwerking. Het geeft troost, omdat de nabestaanden door het dansen niet meer aan hun verdriet denken.”
Concurrent Yarden richt de aandacht meer op Nederlanders die afkomstig zijn uit het Caraïbische deel van het Koninkrijk der Nederlanden: „Caraïbische Nederlanders vinden het belangrijk dat het lichaam ongeschonden aan de laatste reis begint. Ze kiezen dan ook vrijwel altijd voor een begrafenis. Familieleden en andere aanwezigen geven persoonlijke dingen mee in de kist, zoals sigaretten of whisky. Ook geven zij de overledene goede wensen en boodschappen mee. Ze wensen hem of haar bijvoorbeeld een gouden huis toe. Of zeggen: Zorg dat je de weg vindt!”
In Nederland wonen naar schatting 138.000 mensen uit de voormalige Nederlandse Antillen en Aruba. Het merendeel is rooms-katholiek. Een minderheid hoort bij protestantse kerken zoals pinkstergemeenten, methodisten, baptisten, zevendedagsadventisten en Jehova’s getuigen.