Workumse gildebaren laten toerist kortheid van het leven zien
WORKUM. Workum is ’s zomers een befaamde trekpleister voor toeristen. De eeuwenoude hervormde Sint-Gertrudiskerk is een groot deel van dag open is voor het publiek. Vakantiegangers worden daar geconfronteerd met de dood door indrukwekkende gildebaren.
Het lijkt haast een middeleeuws stadje, de voormalige havenplaats Workum in de zuidwesthoek van Friesland. De oude historische kerk, de waag (nu een museum) en het marktplein waar vroeger ongetwijfeld heel wat taveernes en herbergen voor klandizie gezorgd hebben. Workum is een stadje van 4500 inwoners dat veel sporen van het verleden draagt.
Gezichtsbepalend is de laatgotische Sint-Gertrudiskerk, eind 15e eeuw ontstaan en gewijd aan de heilige Gertrudis, dochter van Pepijn de Oudere. Rond 1515 werd begonnen met de vervanging van het oude eenbeukige schip door het huidige driebeukige hallenschip. Tegen de zuidmuur van het koor werd een sacristie gebouwd met op de bovenverdieping de Latijnse school. Deze bestaat nog en wordt gebruikt als kinderoppasruimte en vergaderruimte voor de kerkenraad. De vrijstaande kerktoren bleef onvoltooid.
De kerk is vier jaar geleden gerestaureerd, vertelt gids Egbert de Boer. „Het gebouw werd op een gegeven moment beter bevolkt door bonte knaagkevers dan door mensen”, zo geeft hij humoristisch de toenmalige situatie weer. „Toen ik, opgegroeid in de Noordoostpolder, in 1972 hier kwam wonen, zat de kerk op zondag met ruim 350 kerkgangers boordevol. Nu zijn het er gemiddeld 180. En dan zijn de gereformeerden, die in 2005 met de hervormden fuseerden, er nog bij gerekend.”
Het samengaan van de kerken heeft de hervormden geen windeieren gelegd. Er kwam wat leven in de brouwerij. De Boer: „Gereformeerden zijn actiever, ondernemender en strijdbaarder dan de hervormden. Die zien het allemaal aan. De huidige gemeente is te typeren als een gemeente rechts van het midden. Ooit werd in de negentiende eeuw ds. J. H. Guldenarm uit Engwierum hier beroepen als tegenwicht tegen de vrijzinnigheid, maar hij nam het beroep niet aan. De burgemeester kreeg veel invloed en zorgde er bijvoorbeeld voor dat er geen markt op Goede Vrijdag gehouden werd.”
De kerk doet alle pogingen om de drempel niet te hoog te laten zijn, zoals diensten voor schoolkinderen. De helft van de geboren kinderen wordt niet gedoopt. Zijn de ouders dan niet meelevend? De Boer: „Wat is meelevend? Er zijn veel leden die wel kerkelijk betrokken zijn, maar niet in de kerk komen. Ze géven wel. Dat is een typisch vrijzinnige invloed: we dragen samen toch verantwoordelijkheid voor de kerk.”
De Boer kent veel wetenswaardigheden van de kerk. Geschiedenis en heden lopen door elkaar heen. In de Latijnse school staat het negentiende-eeuwse archief opgeslagen. „Wat is er in die tijd gepolariseerd”, verzucht De Boer. „Maar ja, dat houdt de kerk ook weer levendig.”
Indrukwekkend zijn de beschilderde gildebaren. Voor elke baar is er een toepasselijke tekst, zoals die van de apothekers en chirurgijns. „Ons leven is maar eenen dag vol ziekten en vol naar geklag. Vol rampen, dampen en verdriet. Een schim, een droom, anders niet.”
Stad met een roemrijk zeevaartverleden
Workum ontwikkelde zich van een agrarische vestiging tot een belangrijk scheepvaartcentrum aan het eind van de zeventiende eeuw. In 1749 vond van de 650 ingeschreven beroepspersonen 30 procent zijn bestaan in de zeevaart en de binnenschipperij. Workum kon echter niet meer concurreren met Lemmer en Harlingen. De protestantse gemeente heeft de meeste aanhang in Workum. Verder kent de stad een rooms-katholieke kerk, een baptisten- en een doopsgezinde gemeente. Van de voormalige gereformeerde kerk resteert alleen de voorgevel nog. Daarachter verrees een nieuw appartementencomplex.
zomerserie: Geloven rond de Zuiderzee
Welke rol speelt religie in plaatsen rond de voormalige Zuiderzee? In acht reportages proeft de redactie de sfeer in deze steden en dorpen. Vandaag deel 8 (slot): Workum.