Scheidend burgemeester Staphorst: Ik probeer altijd Jezus na te volgen
STAPHORST. Joop Alssema (66) neemt vrijdag tijdens een buitengewone raadsvergadering afscheid als burgemeester van de gemeente Staphorst. Hij diende de kleinste gemeente van Overijssel veertien jaar.
De geboren Groninger kan gekarakteriseerd worden als christelijk sociaal, met de Bijbel als fundament voor al zijn handelen. Micha 6:8 is zijn lijfspreuk. Hij draagt de tekst altijd bij zich: „Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de Heer van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.” „Ik probeer in mijn leven Jezus na te volgen. Dat zie ik als mijn opdracht.”
Of er nu grote of kleine zaken gebeuren, Alssema is er altijd bij. Gymnastiekuitvoeringen, concoursen, huttendorpen, huwelijksjubilea, de avondvierdaagse – Alssema staat altijd vooraan. Dat is zijn taak, vindt hij. Aanwezig zijn in de gemeenschap die je dient. Om die reden bezochten hij en zijn echtgenote Auktje bij toerbeurt alle kerken in de gemeenschap. Overal dook het echtpaar Alssema op. „Die verscheidenheid is kleurrijk, maar ook jammer. Er zou één kerk moeten zijn.”
Als bouwvakker en slapend lid van het GPV was Alssema in 1975 in het Groningse Aduard aanwezig op een verkiezingsavond waar Kamerlid Piet Jongeling sprak. Hij had het over christelijke politiek. Niet prediken, maar doen. „Je kunt wel zeggen dat Jongeling ervoor zorgde dat de politieke waakvlam opflakkerde. Opeens voelde ik het vuur branden. Wat hij zei, raakte mij. Ik dacht: Hij heeft gelijk. Zo moet het. Ik werd meteen actief in de partij.”
Alssema werd Statenlid in Groningen, wethouder in Zuidhorn, burgemeester van Ten Boer, landelijk secretaris van de ChristenUnie en in 2001 burgemeester van Staphorst. En de landelijke politiek? De burgemeester lacht. „Ik ben geen carrièrejager. De Haagse werkelijkheid is totaal anders dan de dagelijkse praktijk. Ik hoor in de regio thuis; mijn plek is tussen de mensen.”
Gezin belaagd
De burgemeester beleefde in 2003 een dieptepunt. Jongeren belaagden een gezin en later de opgetrommelde politie. De ME leverde slag met de raddraaiers. „Vreselijk vond ik dat. Ik heb nachten niet geslapen. Hoe kreeg ik de geest terug in de fles?” Alssema haalt een groot stuk papier tevoorschijn. Het stamt uit die tijd. Hij tekende het conflict uit. Wie waren alle partijen? Wat waren hun verhoudingen ten opzichte van elkaar? En wie had je nodig om het vuur te doven? Het leverde een unieke ”Staphorster benadering” op: met alle partijen, zeker ook met de jongeren, om de tafel gaan, een beroep doen op mensen.
De nachtmerrie mondde daardoor uit in een van de hoogtepunten uit Alssema’s loopbaan, zo geeft hij zelf aan. De Staphorster benadering werkte en later deed ze dat ook tijdens de jaarwisseling. Jarenlang was dat een ramp in Staphorst met tienduizenden euro’s schade, relletjes en negatieve publiciteit. Alssema hanteerde ook hier de Staphorster aanpak. „Praten, mensen aanhoren, hen respecteren, weten wat er speelt, samen met mensen uit de gemeenschap. Het hielp en het werkte veel beter dan de ME eropaf sturen. Dat is een laatste redmiddel”, aldus Alssema.
Pijnpunten zijn er ook. De nieuwe aansluiting op de rijksweg A28 in plaats van de huidige, noordelijk gelegen op- en afritten kwam er niet. Rijkswaterstaat legde 5 miljoen euro klaar, Staphorst zou het dubbele moeten opbrengen. Er was in 2007 een kleine meerderheid in de gemeenteraad, maar het draagvlak was te klein voor zo’n groot besluit. Het verhaal ging niet door. Alssema vindt het nog steeds jammer. De gemeente, die naar het zuiden groeit, heeft volgens hem een zuidelijke aansluiting nodig.
Alssema zit ook in zijn maag met het traag verlopende woningbouwplan De Slagen. Een projectontwikkelaar kocht eind jaren 90 landbouwgronden voor woningbouw. Duizend huizen moesten er komen. Staphorst bood aan grondeigenaren de standaardgrondprijs, de ontwikkelaar betaalde meer. Voor velen was de keus eenvoudig. „Verkeerde zuinigheid”, zegt Alssema. Het gebeurde voor zijn tijd, maar de burgemeester kon het tij niet keren. De huizen waren te groot en te duur. Daarna kwam de crisis. Nu is De Slagen volgens Alssema een rot gebit, met onafgebouwde funderingen en lege plekken. De gemeente is geen eigenaar en kan weinig doen. „Ik vind dat vreselijk. Ik durf er nauwelijks te lopen. De hele situatie doet pijn.”
Ruilverkaveling
Wel een hoogtepunt in de carrière van Alssema is de grote ruilverkaveling die nu aan de gang is in Staphorst. Met hopeloos versnipperde kavels konden de boeren niet meer uit de voeten, maar velen weigerden om gronden te ruilen. Alssema lobbyde en wist gelden los te krijgen. Een enorme operatie werd in gang gezet. Op 1 januari 2017 moet het klaar zijn. „Hier ben ik trots op. Zonder ruilverkaveling is de boerenstand ten dode opgeschreven.”
Op 7 september is de installatie van Alssema’s opvolger: Theo Segers, ook van de ChristenUnie. Alssema schreef al zijn eigen biografie ”Van timmerman tot burgemeester”. Zijn speeches bundelde hij in twee boeken met de titel ”Spreken is zilver”. Een vierde boek over Staphorst is bijna klaar. Wat gaat hij verder doen? Ergens interim-burgemeester worden? Alssema glimlacht: „Ik houd alle opties open en wij blijven in Staphorst wonen. Die ene belangrijke opdracht blijft: Jezus navolgen.”