„Geen waarheid? Dan ook geen kerkelijke eenheid”
ELSPEET. Er is geen kerkelijke eenheid dan in de waarheid. Overal waar ondanks verschillen de waarheid ten diepste gevonden wordt, zijn christenen geroepen de zichtbare eenheid met volhardende liefde te zoeken.
Dat stelde prof. dr. W. Balke dinsdagavond in Elspeet, waar de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) tot morgen een studieweek voor theologiestudenten houdt. Centraal staat het thema: ”De identiteit en de roeping van de kerk van Christus in de 21e eeuw”.
Wie nadenkt over de eenheid (oecumene) van de kerk vandaag, kan volgens prof. Balke niet om de zestiende-eeuwse reformator Johannes Calvijn en de twintigste-eeuwse theoloog Oepke Noordmans heen. Voor hen was een oecumenische gezindheid „geen liefhebberij maar een roeping, waarbij zij zich niet lieten verleiden tot relativisme.”
Paus
Voor Calvijn is de kerk één lichaam omdat ze zich het eigendom van haar Hoofd Christus mag weten, zei de emeritus hoogleraar geschiedenis van de Reformatie. „Voor Calvijn kan dus de oecumene nooit horizontalistisch, de hele bewoonde wereld zijn. Voor Rome wel. Deze kerk wil door de apostolische opvolging, het pausschap, heersen. Echter: alleen het Woord van God regeert in de oecumene.”
De kloof tussen Rome en Reformatie is vandaag nog net zo diep als in de zestiende eeuw, stelde prof. Balke. „Maar we moeten het gesprek zeker niet schuwen.”
Net als Calvijn zag Noordmans de Rooms-Katholieke Kerk als „ketters en dus buiten de oecumene” staan. Rome lijkt op een staat: deze kerk heeft een zichtbaar aards hoofd, de paus, en zij heeft een inrichting die lijkt op die van overheid en onderdanen. Maar „Christus heeft geen opvolger in de kerk dan de Heilige Geest. En die Geest is altijd met het Woord verbonden.”
Sieraden
Prof. Balke noemde Calvijn en Noordmans „oecumenische en katholieke” theologen: ze richtten zich naar buiten, op de eer van God in de hele wereld. „Het gaat om de wereldkerk, waartoe Jezus Zijn apostelen uitzond.”
Dat is ook de roeping van christenen nu. Ze kunnen een voorbeeld nemen aan Calvijns prediking, vindt de emeritus hoogleraar. „Het ging hem niet alleen om de ware leer, maar ook om het ware leven, met een goed geweten. Die zijn de enige remedie voor een ongeordende, doodzieke kerk; ze hebben bovendien een brede maatschappelijke uitwerking.”
Geloof, hoop en liefde, de belangrijkste gaven van de Geest en de sieraden van de kerk als bruid van Christus, moeten volgens prof. Balke zichtbaar zijn in de prediking en in het leven als christen. „Vertonen onze gemeenten die schittering naar buiten? De grote Bijbelse antithesen tussen Jahweh en Baäl, tussen Christus en de antichrist, tussen het kruis en de aanbidding van het beeld, zijn meer dan ooit aan de orde. In deze gigantische confrontatie moet alle ballast van sjibbolets overboord en komt het alleen aan op het geloof in het naakte Woord van God.”
Israël
Dr. H. Klink ging dinsdagochtend in op de verhouding tussen het volk Israël en de gemeente van Christus (Romeinen 9-11). Hij wees op de visie van de Britse theoloog James Dunn, bekend van het zogenoemde nieuwe perspectief op Paulus, die spreekt over het heil voor Israël dat wordt verbreed naar de hele wereld.
Maar er valt meer te zeggen, aldus de hervormde predikant uit Hoornaar. Hij wees op Romeinen 11:17, waar staat dat de kerk als een wilde olijfboom op de wortel van de bloeiende olijfboom is geënt. „Het is belangrijk om de woorden wortel en bloei samen te nemen. Paulus heeft oog voor de historie van Israël, die tot bloei, tot rijkdom en tot een einde is gekomen. Daarin worden de heidenen, van buitenaf, geënt.” De heidenen krijgen deel aan de rijkdom van de boom die tot bloei is gekomen: Christus is gekomen.
Ecclesia
Het woord ”ecclesia” is volgens dr. Klink de aanduiding bij uitstek voor de christelijke gemeente. Hij haalde de twintigste-eeuwse Duitse theoloog Erik Peterson aan, die stelde dat de eerste gemeenten het woord ”ecclesia” overnamen van de volksvergadering in de ”polis”, de Griekse stadstaat.
Peterson heeft de studie naar de term ”ecclesia” op de kaart gezet, aldus dr. Klink. „Hij wist echter niet dat ook Israël in de Romeinse tijd een ecclesia kende: een staatsrechtelijk gewaarborgde volksvergadering met een bepaald gezag. De ecclesia in Jeruzalem zag zich als vertegenwoordigende volksvergadering van alle Joden in de diaspora. Als de nieuwtestamentische gemeente zich de term ecclesia toe-eigende –en niet het woord synagoge– gaf ze aan dat ze heel Israël en het heil representeerde. Israëls geschiedenis is tot bloei en voltooiing gekomen: Christus is gekomen.”
Zie ook:
„Hoopvol en bescheiden door geschiedenis Israël”, Reformatorisch Dagblad (25 augustus 2015)
„Gereformeerde Bond moet profetisch in kerk staan”, Reformatorisch Dagblad (24 augustus 2015)