Politiek

Fiscus hoefde naam tipgever niet te onthullen

DEN HAAG (ANP). Twee ambtenaren van de Belastingdienst die weigerden de naam van een tipgever te noemen in een zaak tegen zwartspaarders, hoefden dat inderdaad niet te doen. Ze beriepen zich terecht op hun verschoningsrecht. Dat schrijft een advocaat-generaal in zijn advies aan de Hoge Raad.

24 August 2015 15:24Gewijzigd op 15 November 2020 21:14

Het gerechtshof in Arnhem had eerder bepaald dat de ambtenaren de naam van de tipgever wel hadden moeten noemen tegenover de rechter. Hun cassatie tegen die beslissing is echter niet ontvankelijk, aldus de advocaat-generaal bij de Hoge Raad. Alleen partijen kunnen cassatieberoep instellen, getuigen (zoals de ambtenaren) kunnen dat niet.

Als de Belastingdienst gedwongen wordt in zaken tegen zwartspaarders standaard de naam van de tipgever te onthullen, is de kans groot dat potentiële tipgevers geen informatie meer geven aan de fiscus. De jacht op zwartspaarders heeft de fiscus sinds 2002 zeker 1,6 miljard opgeleverd aan naheffingen en boetes. Circa 34.000 mensen kozen eieren voor hun geld en gaven hun zwart geld in het buitenland toch maar op aan de Belastingdienst.

Het ministerie van Financiën noemt het „een enorme plus” dat de ambtenaren op het punt van het verschoningsrecht in het gelijk worden gesteld door de advocaat-generaal. Dat is volgens het ministerie ook van groot belang in de zaak waarin de president van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vorig jaar november aangifte deed tegen het ministerie. Vanuit het departement zouden de ambtenaren onder druk zijn gezet om in de rechtszaak de naam van de tipgever niet te onthullen.

Het Openbaar Ministerie in Den Haag dat zich over de aangifte buigt, heeft nog geen besluit genomen of het ministerie hiervoor wordt vervolgd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer