Veruit het zwaarst getroffen zijn de Amerikaanse grootmachten Bank of America, Morgan Stanley, JPMorgan Chase, Citigroup en Goldman Sachs. Zij hebben bij elkaar 137 miljard dollar aan boetes en schikkingen op hun naam staan. Morgan Stanley schat dat daar de komende twee jaar nog 15 miljard bijkomt. De twintig grootste Europese banken hebben 125 miljard dollar betaald en hebben volgens de onderzoekers nog zo’n 50 miljard te gaan.

De boetes zijn opgelegd voor vergrijpen die uiteenlopen van de verkoop van woekerpolissen tot geknoei met rentes en valutakoersen. Ook zijn schadevergoedingen meegeteld die met name Amerikaanse banken hebben moeten betalen aan beleggers wegens de handel in van dubieuze hypotheekbeleggingen die mede tot de kredietcrisis hebben geleid.

Voor het onderzoek is Morgan Stanley uitgegaan van tot dusver bekendgemaakte boetes en schikkingen, plus de bedragen waarvan bekend is dat banken die opzij hebben gezet voor toekomstige juridische kosten. Ook hebben de onderzoekers geprobeerd in kaart te brengen wat banken hebben ondernomen om het risico op boetes in te dammen. Zij merken echter op dat de financiële instellingen daar niet erg spraakzaam over zijn.