De Dow-Jonesindex eindigde 3,1 procent in de min op 16.459,75 punten en boekte in de laatste twee handelsdagen samen het zwaarste verlies sinds de financiële crisis van eind 2008. De brede S&P 500 leverde 3,2 procent in tot 1970,89 punten. Technologiegraadmeter Nasdaq ging 3,5 procent omlaag naar 4706,04 punten.

De S&P 500 zakte vrijdag voor het eerst sinds februari onder de grens van 2000 punten. De index verloor deze week al ruim 6 procent en staat nu bijna 8 procent onder het hoogtepunt van dit jaar.

Alle dertig fondsen in de Dow Jones stonden op verlies. Apple kreeg de zwaarste klap met een min van 5,9 procent. Microsoft leverde ook bijna 6 procent in. Nike, Verizon, Boeing en Goldman Sachs stonden 4 à 5 procent in de min.

Naast Apple gingen ook de aandelen van andere grote beurswinnaars van dit jaar hard omlaag. Zo leverde Netflix 7,5 procent in, werden Facebook en Google 5 procent minder waard en zakte Amazon ruim 4 procent.

De prijs van een vat Amerikaanse olie zakte met bijna 3 procent naar 40,25 dollar. Daarmee werd de laagste prijs in zesenhalf jaar bereikt, Amerikaanse olie was begin 2009 voor het laatst goedkoper dan 40 dollar per vat. In de Dow Jones zag oliereus Chevron 4,4 procent van zijn beurswaarde verdampen. Ook andere olie- en grondstofbedrijven gingen stevig onderuit.

Naast tegenvallende berichten uit China was er vrijdag minder positief nieuws over de Amerikaanse economie, waar de industrie deze maand minder sterk groeit dan verwacht. Door de economische zorgen blijft het de vraag of de Fed volgende maand al de rente in de VS zal verhogen. In de markten wordt de kans op een rentestap in september inmiddels aanzienlijk kleiner geschat dan begin deze week.

Mede daardoor sterkte de euro vrijdag verder aan ten opzichte van de dollar. De Europese munt eindigde de beursdag op 1,1370 dollar, tegen 1,1350 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag. De euro was medio juni voor het laatst zoveel waard.