Eis: werkstraf voor misbruik dochtertjes
De officier van justitie in Lelystad heeft een werkstraf van 150 uur en vier maanden voorwaardelijke celstraf geëist tegen P. B. uit Urk (35), die verdacht wordt van seksueel misbruik van zijn dochtertjes. Hij zou de meisjes in hun peuter- en kleuterjaren, tussen 1996 en 2000, hebben misbruikt.
De moeder van de meisjes is in 2000 na een echtscheiding naar de politie gestapt, omdat ze haar oudste dochtertje iets had horen zeggen over het misbruik. In eerste instantie is haar klacht terzijde gelegd, omdat er te weinig bewijs was. Toen ze ook aangifte kwam doen in verband met haar tweede dochtertje, pakte justitie de zaak op.
Volgens officier van justitie mr. M. van der Borg is er voldoende bewijs. Uit uitlatingen van de kinderen tijdens een verhoor bleek dat ze veel afwisten van seksualiteit. Ter Borg wijst verder op het non-verbale gedrag van de kinderen, die angstig en teruggetrokken zijn, wat kan wijzen op misbruik.
De vader van de meisjes zegt onschuldig te zijn. Advocaat Voors zegt dat de vervolging het trieste resultaat van manipulatie door de moeder van de meisjes is. Ze zou haar dochters gebruiken om aandacht te krijgen en als wapen in de strijd tegen hun vader. Wat hem betreft is er te weinig bewijs.
Uitspraak op 16 maart.