De toren bleef in Oudewater overeind
OUDEWATER. Al zo’n zeven eeuwen verduurt de toren van de Grote Kerk in Oudewater de tijd. Ook toen de Spanjaarden in 1575 het stadje verwoestten en de bevolking uitmoordden, bleef het bouwwerk overeind.
„Geschiedenis is een vorm van naastenliefde.” Met instemming citeert burgemeester Verhoeve van Oudewater een uitspraak van wijlen historicus prof. dr. A. Th. van Deursen. Met graagte vertelt Verhoeve, die van SGP-huize is en voorheen geschiedenis doceerde, over de verschillen tussen het stadsgezicht van Oudewater op een schilderij uit 1867 van kunstschilder Willem Koekkoek (1839-1895) en op een foto anno 2015.
Blikvanger op beide platen is de toren van de Grote of St.-Michaëlskerk. Die staat er sinds de 14e eeuw. „De toren was onderdeel van de stadsmuur. Vanuit de toren konden soldaten schieten op vijanden uit bijvoorbeeld het nabijgelegen Lopik, Woerden of Montfoort.”
Eeuw uit eeuw in bleef de toren overeind. Zelfs toen in 1575 de Spaanse legers Oudewater met hun kanonnen beschoten en een groot deel van de bevolking uitroeiden. Enkele duizenden mensen vonden de dood.
In het monumentale stadhuis van Oudewater wijst Verhoeve op een metersbreed schilderij. Het imposante kunstwerk, in 1650 gemaakt door D. Stoop, verbeeldt het drama uit 1575. Brandende woningen, Spanjaarden die stedelingen neersteken. „Oudewater had in 1572, samen met elf andere steden, de euvele moed om voor Willem van Oranje te kiezen. Dat gebeurde tijdens de Eerste Vrije Statenvergadering in Dordrecht. Een kantelpunt in de geschiedenis, midden in oorlogstijd. Velen moesten die politieke keuze later met de dood bekopen.”
Een van de inwoners van Oudewater was Arminius, opponent van Gomarus. „Ten tijde van de verwoesting van Oudewater in 1575 studeerde Arminius, toen 15 jaar, in Duitsland. Toen hij terugkwam, lag zijn ouderlijk huis in puin. De Spanjaarden hadden zijn moeder en zusjes vermoord. Dat zal zeer aangrijpend voor hem zijn geweest.”
Op beide afbeeldingen is te zien hoe de Hollandse IJssel Oudewater doorsnijdt. Door de eeuwen heen veranderde het scheepvaartverkeer. „De vaarsnelheid werd groter. Vroeger werd een schuit door bijvoorbeeld paarden voortgetrokken. Later deden stoommachine en brandstofmotor hun intrede. Voorheen voeren vooral vrachtschepen door Oudewater, nu gaat het vooral om pleziervaartuigen.”
Ook uit een vergelijking van de twee stadsgezichten van Oudewater blijkt dat mode verandert, merkt Verhoeve op. „Op het schilderij van Koekkoek dragen mensen andere kleren dan de fietsers op de foto. De geschiedenis leert dat ook christenen gevoelig zijn voor mode. Oudvaders als Udemans en Borstius waarschuwden halverwege de 17e eeuw fel tegen lang haar bij mannen. Er werd gesproken van een harige oorlog. Maar eind 17e eeuw droegen oudvaders als Wilhelmus à Brakel en Comrie langharige, gepoederde pruiken.”
Oudewater ademt een „eeuwenoude” sfeer, en dat doet de burgemeester deugd. „Streekromanschrijver Herman de Man, die in Oudewater woonde, schreef in 1927 in een essay: „Oudewater gelijkt op Brugge. De stad is nimmer tot een nieuwe gedaante gekomen. Het oude wordt er geëerbiedigd.””
Ter ere van het 750-jarig bestaan bezocht koning Willem-Alexander op 3 juli Oudewater. „De stad kijkt daar met dankbaarheid en trots op terug. Het was een historische gebeurtenis, die in het geheugen van onze gemeenschap staat gegrift.” Vorig jaar november schudde Verhoeve ook al de hand van de koning. Die kwam naar Oudewater vanwege de uitbraak van vogelgriep in Hekendorp (gemeente Oudewater). „Zo kunnen hoogte- en dieptepunten dicht bij elkaar liggen.”
Dit is het vijfde artikel in een serie van acht over stadsgezichten naar aanleiding van oude schilderijen.