Meer concurrentie in EU voor treinverkeer
Vanaf 2010 mogen spoorwegmaatschappijen elkaar beconcurreren in de sfeer van het grensoverschrijdend personenvervoer.
De Europese Commissie heeft woensdag hiertoe een voorstel gepresenteerd. Dat ligt nu voor aan de regeringen van de lidstaten en het Europees Parlement.
De beoogde liberalisering betekent dat de NS ook voorbij de Nederlandse grens treinen mag laten rijden op een internationaal traject. Omgekeerd krijgen ondernemingen van elders de mogelijkheid hun locomotieven in te zetten voor verbindingen vanuit het buitenland tot aan een eindbestemming als bijvoorbeeld Amsterdam of Rotterdam.
„Europa heeft een modern, dynamisch en concurrerend railsysteem nodig. Veel van de betrokken bedrijven zijn meer dan honderd jaar oud. Het is tijd dat ze zich aanpassen aan de nieuwe marktomstandigheden”, aldus commissaris De Palacio (Transport).
Ze vindt dat haar opvolger ook moet nadenken over de eventuele liberalisering van het binnenlandse reizigersverkeer. Die verandering heeft als bezwaar dat als nieuwkomers de winstgevende intercity’s leegzuigen, een nationale maatschappij niet langer allerlei onrendabele lijnen in stand kan houden.
Het is de bedoeling om de vrijmaking van de markt voor het internationale goederenvervoer per 2006 te laten plaatsvinden. De besprekingen daarover tussen het Europees Parlement en de ministers van de EU-landen zullen waarschijnlijk binnenkort worden afgerond.
De Commissie wil verder een regeling om passagiers financiële compensatie te bieden bij grote vertragingen. Ook voor het goederenverkeer stelt zij op dit punt bepalingen voor. De internationale branchevereniging CER beoordeelt voorschriften vanuit Brussel over een verplichte vergoeding als een stap te ver. Zij spreekt in een reactie van „overregulering.”