Indonesische viert zeventigste onafhankelijkheidsdag
Indonesië viert vandaag onafhankelijkheidsdag, en Nederland is dat in de loop der jaren schoorvoetend gaan erkennen. Nauwelijks bekomen van vijf jaar oorlogsleed raakte ons land betrokken in een koloniale crisis.
Proklamasi. Kami bangsa Indonesia dengan ini menjatakan kemerdekaan Indonesia. Ofwel: Wij, het volk van Indonesië, verklaren hierbij dat Indonesië onafhankelijk is. Op schokkerige filmbeelden is vastgelegd hoe de nationalistische leider Sukarno (1901-1970) op 17 augustus 1945 met monotone stem zijn land los van Nederland verklaarde.
De geïmproviseerde plechtigheid had plaats op straat, en de spreker stond er min of meer gedwongen. Het was het begin van een meer dan vier jaar durende worsteling tussen het moederland en het overzeese gebiedsdeel. In december 1949 erkende Nederland de onafhankelijkheid van de archipel.
Ontvoerd
Op 15 augustus 1945 had Japan zich overgegeven, op de knieën gedwongen door de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. Daarmee was de Tweede Wereldoorlog eindelijk voorbij, ook in Azië.
Nadat Japan zich overgaf, bleven de soldaten van de verslagen bezetter nog geruime tijd op de eilanden. Om hen niet voor het hoofd te stoten, stelden Sukarno, Hatta en de andere Indonesische leiders zich terughoudend op. De jongeren onder wie ze het revolutionaire gedachtegoed hadden verbreid, namen daar echter geen genoegen mee. Ze ontvoerden de leiders en wilden dat die onmiddellijk de onafhankelijkheid zouden proclameren.
Mevrouw Sukarno was niet zo erg onder de indruk en gaf haar ontvoerders opdracht om op zoek te gaan naar melk en luiers voor haar baby. En dat deden ze.
Vlag genaaid
Na koortsachtig overleg, waarin de Japanse viceadmiraal Tadashi Maeda een grote rol speelde, werd een verklaring opgesteld die Sukarno voor zijn huis op Pegansaan-Oostlaan 56 in hoofdstad Batavia zou voorlezen. Dat de onafhankelijkheidsverklaring op de achterkant van het Indonesische bankbiljet van 100.000 roepia stond, toont de druk waaronder de ‘plechtigheid’ tot stand kwam. Na het voorlezen werd aan een bamboestaak de vlag gehesen die Sukarno’s vrouw inderhaast uit een rode blouse van zichzelf en een wit hemd van haar man had genaaid. Daarna zongen de aanwezigen –vooral jongeren– het volkslied Indonesia Raya.
Er was geen pracht en praal, er was geen menigte op de been en er waren maar twee fotografen bij. Erg indrukwekkend was het allemaal niet en het duurde maar een kwartiertje, maar het effect was groot. Het nieuws dat de republiek was uitgeroepen, werd door Indonesiërs, werkzaam bij het Japanse persbureau Domei, nog dezelfde dag in radio-uitzendingen over de hele Indische archipel verspreid en bracht op tal van plaatsen juichende en feestende menigten op de been.
In Nederland werd het nieuws pas een maand later bekendgemaakt. De Nederlandse regering wilde de proclamatie niet erkennen, omdat die strijdig was met de gezagsverhoudingen en de wettelijke structuur. Inmiddels had Sukarno als nieuwbakken president de bestuursambtenaren op Java bijeengeroepen om hen een eed van trouw aan zijn republiek te laten zweren.
De vlag die Fatmawati Sukarno in de vroege ochtend van 17 augustus 1945 in elkaar flanste, werd een relikwie die bij latere herdenkingen eerbiedig voor de dag werd gehaald. Ook de proclamatie bleef bewaard, compleet met doorhalingen en nog met het Japanse jaartal 2605 erop.
Vrijheidsdrang
Nederlands-Indië riep al lang om zelfbeschikkingsrecht. Leiders als Sukarno, Mohammed Hatta en Sutan Sjahrir streefden naar onafhankelijkheid. Anderen wilden de band niet doorsnijden, maar stonden wel grotere autonomie voor. Nederland bood daar maar mondjesmaat ruimte voor.
Nadat Japan de eilanden in maart 1942 veroverde, was de Nederlandse heerschappij voorbij, en ze is nooit meer geheel hersteld. Blanke soldaten én burgers verdwenen achter het prikkeldraad van de interneringskampen en het bestuurssysteem werd ontmanteld. De inheemse bevolking leed overigens ook onder de bezetting, die honger, geweld en armoede bracht.
Merdeka
Na de Japanse capitulatie –op 2 september 1945 in de Tokio-baai getekend aan boord van het Amerikaanse slagschip USS Missouri– wilde Nederland de oude verhoudingen herstellen en alleen spreken over een geleidelijke verzelfstandiging van Indië. Een deel van de Indonesische bevolking wees terugkeer van de kolonisator echter radicaal af.
Groepen opgehitste jongeren –soms maar 14, 15 jaar oud– gingen de straat op. Met kapmessen, geslepen bamboestokken en soms met vuurwapens belaagden deze ”pemuda’s” niet alleen de blanken die uit de kampen kwamen, maar ook Chinezen, Indo-Europeanen en mensen uit de eigen bevolkingsgroepen die van sympathie voor het Nederlandse bewind verdacht werden. Radio Pemberontak riep openlijk op tot het uitroeien van alle Belanda’s (Nederlanders) en Anjing Belanda’s (Nederlandse honden, waarmee de indo’s werden bedoeld).
Deze periode –de Bersiap– kostte duizenden mensen het leven, en dat ná de bevrijding van het Japanse juk. Op tal van plaatsen klonk de onheilspellende strijdkreet ”Merdeka!” –onafhankelijkheid– en werd de rood-witte vlag van de Indonesische nationalisten gehesen. Voor de verzwakte Europeanen was het vaak het veiligst als ze binnen het kamp bleven, waar de Japanners, voor wie ze kortgeleden nog diep moesten buigen, hen nu beschermden tegen de opstandelingen.
Vanuit de Australische stad Brisbane sprak luitenant-gouverneur-generaal dr. H. J. van Mook de bevolking van Nederlands-Indië toe via de radio: „Wij zullen zo spoedig mogelijk met U verbinding maken en de moeilijke taak van herbouw en herstel beginnen, hoe moeilijk die ook zal zijn. (…) Wij zullen spoedig bij U zijn.”
Maar dat niet iedereen daarop zat te wachten, signaleerde Van Mook toen hij op 2 oktober in Batavia arriveerde. Hij signaleerde „overal onvriendelijke opschriften die op min of meer grove wijze duidelijk maakten dat wij niet welkom waren”, noteerde hij. „Milik republik” (eigendom van de republiek), stond er op de briefjes die opstandelingen op Nederlandse huizen en kantoren hadden geplakt.
Afkeer van Sukarno
In Den Haag was de afkeer van de Indonesische leider groot. „Sukarno heeft er zich toe geleend werktuig en marionet der Japanners te zijn, waarvoor hij met een hoge Japanse keizerlijke onderscheiding is beloond”, aldus een intern stuk. „Deze fascistisch georiënteerde man heeft stelselmatig haat gepredikt tegen de Geallieerden (een van zijn slogans was: „America maoedi strika, Inggris maoe di linggis”, hetgeen betekent: Amerika zal worden weggevaagd, het Engelsche Rijk zal worden opengebroken met een breekijzer). Met deze figuur, die zekere demagogische gave moge hebben, doch die bewezen heeft een ontstellende opportunist te zijn in de keuze zijner middelen, kunnen zich vertegenwoordigers van het wettige gezag niet om de conferentietafel zetten.”
Van Mook zag echter in dat praten met Sukarno onvermijdelijk was. Dat deed hij dan ook, waarop het kabinet besloot hem te ontslaan. Koningin Wilhelmina weigerde echter dat te bekrachtigen, omdat ze wist dat dit slecht zou vallen bij de Britten, die het machtsvacuüm na de Japanse overgave tijdelijk hadden opgevuld.
Touwtrekken
Jaren van getrouwtrek en geharrewar volgden. Het viel Nederland zwaar „ons Indië” los te laten en het had er ook moeite mee de gevoelens te peilen die onder de inheemse bevolking leefden. Schermutselingen aan de onderhandelingstafel wisselden zich af met schermutselingen tussen de beide legers. Nederland beschouwde zich als de wettige overheid en sprak daarom met nadruk over politionele acties toen militairen door de rimboe trokken om de opstandelingen terug te dringen. De vrijheidsstrijders beschouwden het als een oorlog en spraken over „agresi militer.”
Van de 120.000 Nederlandse soldaten die in Indië werden ingezet, kwamen er meer dan 6000 om het leven. Ze worden elk jaar op de eerste zaterdag van september door hun kameraden en nabestaanden herdacht bij het Nationaal Indië-monument 1945-1962 in Roermond.
Erkenning
Onder grote internationale druk legde Nederland zich er uiteindelijk bij neer dat Indonesië, vooralsnog met uitzondering van Nieuw-Guinea, onafhankelijk zou worden. Koningin Juliana, nog maar ruim een jaar aan het bewind, tekende op 27 december 1949 de soevereiniteitsoverdracht. In het Paleis op de Dam in Amsterdam zette vicepresident Hatta zijn handtekening namens de Indonesische regering.
Indonesië houdt 17 augustus 1945 aan als onafhankelijkheidsdatum. Nederland aanvaardde dat toen minister Bot van Buitenlandse Zaken in 2005 naar hoofdstad Jakarta afreisde om de zestigste viering bij te wonen. Dat hij spijt uitsprak over het Nederlandse politieke optreden na de oorlog, lag gevoelig, ook omdat excuses van Indonesische kant altijd achterwege zijn gebleven. Daarnaast laat de mensenrechtensituatie in het land nog altijd veel te wensen over. Het zelfbeschikkingsrecht dat Sukarno en de zijnen bedongen, gunden ze vervolgens de verschillende volken binnen hun rijk niet. Vraag het de Molukkers. Vraag het de Timorezen. Vraag het de Papoea’s.