Slachtoffers Tweede Wereldoorlog Nederlands-Indië herdacht
DEN HAAG. Diep, heel diep moesten de gevangenen in het jappenkamp buigen voor hun bewakers. Ze stonden er urenlang in de brandende zon.
Het zijn de verhalen die Sanne Menken hoorde van haar oma. Verhalen die een onuitwisbare indruk maakten, zei Sanne zaterdagmiddag bij het Indisch Monument in Den Haag. Daar werd herdacht dat zeventig jaar geleden de Japanse capitulatie een eind maakte aan de Tweede Wereldoorlog.
Sanne is leerlinge van het Vrijzinnig Christelijk Lyceum in de hofstad, de school die het monument adopteerde. Ze vertelt over haar oma, die op de eerste verdieping van haar woning in Friesland een ronde, houten tafel had waarop ze al haar spulletjes uit Nederlands-Indië had uitgestald. Zoals haar kampnummerplaatje, en cadeautjes die de kinderen voor elkaar maakten te midden van de ellende van het kamp waarin alle Europese inwoners waren opgesloten nadat het Japanse leger het eilandenrijk overspoelde.
Sannes oma kon erover vertellen. Sannes overgrootvader kon dat niet; zo vele anderen ook niet. Het was te erg. De ellende, de honger, de tropische ziekten, de vernederingen, de willekeur van de bewakers. De slachtoffers, die zaterdag weer werden herdacht. Toen kwam het nieuws van de bevrijding, dat laat doordrong en soms nauwelijks werd geloofd.
Beelden van wanhoop
In 1988 kwam het Indisch Monument tot stand: beelden van zeventien personen rond een doodsbaar. Op het monument staat: „De geest overwint.” Die tekst is ook te lezen op de acht erebegraafplaatsen in Indonesië en de zeven erevelden elders in Zuidoost-Azië waar Nederlandse slachtoffers begraven liggen. Voor het monument staat sinds 1945 een zuiltje. In het zuiltje een urn met aarde van de Indonesische erevelden.
Naast het monument hangt een bijzondere vlag. De vrouwen in kamp Ambarawa tornden de rode, witte en blauwe banen los en verstopten ze. Toen de oorlog eindelijk voorbij was, naaiden ze die weer aan elkaar.
Hier wordt elk jaar het einde van die verschrikkelijke jaren herdacht. Een bevrijding was het niet, want voor velen duurde de internering na die 15e augustus nog even voort en in Nederlands-Indië brak een nieuwe periode vol geweld aan, zegt voorzitter mr. J. G. C. Wiebenga van de Stichting Herdenking 15 Augustus 1945.
Bij de 65e herdenking was koningin Beatrix aanwezig. Ditmaal komt koning Willem-Alexander. Hij groet het vaandel van het regiment Van Heutsz. Dit regiment mag de Militaire-Willemsorde dragen die destijds aan onderdelen van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) werd uitgereikt.
De Residentie Bach Ensembles laten het herdenkingslied In Remembrance van Eleanor Daley horen. Herdenken gebeurt omdat die moeilijke jaren tot op de dag van vandaag deel uitmaken van de persoonlijke en familiegeschiedenis van een grote groep Nederlanders, zegt premier Rutte. „Ook van míjn familiegeschiedenis.”
De bijna 81-jarige acteur Eric Schneider maakte het zelf mee. „Ik behoor tot de laatste generatie die het paradijs verloor aan de rechtmatige eigenaren. Voor mij begon de oorlog met jappen in de tuin, kleine mannetjes op kleine fietsjes en met grote geweren. Wat me bijbleef, is de absolute kalmte van de volwassenen in de woonkamer die de Japanners zagen komen.”
Zeven jaar was Schneider toen hij in het kamp terechtkwam, waar hij voor zijn zieke moeder moest zorgen en ondertussen een vaderfiguur voor de nóg jongere kinderen moest zijn.
„Mijn vader spreekt niet graag over die tijd”, zegt Schneiders zoon Beau (27). Zelf ging hij met zijn broer afgelopen juni naar Indonesië om het familieverleden te leren kennen. Het kamp waar zijn vader verbleef, bleek nu een lieflijk bejaardentehuis te zijn, maar de muren en het prikkeldraad waren er nog steeds. Een oude vrouw vertelde over de mensonterende omstandigheden; over de saamhorigheid waarmee de vrouwen elkaar hielpen te overleven.
Catalina
Niet allen overleefden. Láng niet allen. Om hen te herdenken, legt de koning de eerste krans. De slagen van de Indische Klok beieren over het veld. Dan is het stil, minutenlang. Slechts enkele meeuwen laten zich horen. Een vrouw laat haar tranen de vrije loop.
Het Wilhelmus wordt gezongen, de vlag wordt gehesen, kransen gelegd. Speciaal voor deze zeventigste herdenking komt een Catalina over, een vliegboot zoals die in Indië veel werden gebruikt. „Majesteit, mag ik u verzoeken het defilé te openen?” zegt ceremoniemeester Angelique Jansen. Maar dan zwelt geronk aan en komt de Catalina opnieuw, veel lager nu. Als een laatste eerbetoon aan hen die vielen. Hun nabestaanden applaudisseren. Dan trekken ze langs het monument, in een lange rij.
Rutte betreurt miskenning
„Er is in zeventig jaar tijd veel gezegd en gedaan, maar er is ook lange tijd veel niet gezegd en niet gedaan”, zei Rutte zaterdag tijdens de herdenking bij het Indisch Monument.
„Het verhaal over de omgang met het Indische oorlogsleed is een moeilijk en pijnlijk verhaal.” Financiële compensatie liet lang op zich wachten „en de uitvoering, met formulieren, met allerlei procedures, dat raakte aan oude wonden. Bij de Indische gemeenschap is een gevoel van miskenning blijven bestaan voor de oorlogsverschrikkingen in Azië. Dat betreur ik. Dit deel van onze geschiedenis vraagt blijvende aandacht en actieve herinnering.”
Het kabinet had al aangekondigd dat er „een gebaar van goede wil” zou komen in de richting van Indische Nederlanders, maar geen formeel excuus voor de wijze waarop de regering Nederlanders heeft behandeld die na de oorlog uit Indië terugkeerden. De Indische gemeenschap hoopt op excuses en meer financiële genoegdoening.
Oorlog in Indië eiste zware tol
De Tweede Wereldoorlog kostte vele duizenden Europeanen in Nederlands-Indië het leven. In Japanse interneringskampen stierven naar schatting tussen de 13.000 en de 17.000 burgers. Buiten de kampen stierven nog eens 2000 mensen, terwijl nog eens 2000 burgers omkwamen door het Indisch verzet.
Er waren na de inname van Nederlands-Indië door Japan in 1942 ook meer dan 42.000 krijgsgevangenen. Van hen kwamen er ruim 8000 om het leven. Zij werden onder meer tewerkgesteld aan de beruchte Birmaspoorlijn en Pakan Baroe-spoorlijn op Sumatra. Ook de Japanse gevangenentransporten over zee eisten een hoge tol. De slachtoffers werden zaterdag niet alleen in Den Haag, maar ook in Rotterdam en Den Helder herdacht.
De AFVN-Bond van Antifascisten wees er vrijdag op dat de meeste slachtoffers onder de inheemse bevolking vielen: 4 miljoen Indonesiërs zouden omgekomen zijn tijdens de bezetting.