Verdachten viervoudige moord niet meer in leven
De twee hoofdverdachten in de viervoudige moordzaak in Hilvarenbeek zijn niet meer in leven. Dat heeft een woordvoerder van het openbaar ministerie in Breda woensdag bevestigd.
De twee mannen uit ’s-Hertogenbosch die dinsdag zijn aangehouden zitten volgens de woordvoerder vast voor betrokkenheid bij de zaak. Ze zijn volgens het OM niet de schutters. De inmiddels overleden verdachten zijn volgens de woordvoerder verantwoordelijk voor de dood van de broers Polle (20) en Frank (18) Taminiau en de twee Limburgse drugscriminelen Rinus den Boer (45) en Nico van Golde (39) uit Maastricht. De vier zijn op 17 juli 1998 op landgoed De Blauwe Hoef in Hilvarenbeek doodgeschoten.
De broers Taminiau waren vermoedelijk getuige van de liquidatie van de twee criminelen. Nadat deze waren doodgeschoten werden de broers ook gedood, waarschijnlijk omdat ze te veel gezien hadden. Over de identiteit van de twee overleden verdachten wil het openbaar ministerie niets kwijt. De rol van de dinsdag aangehouden verdachten -mannen van 36 en 37 jaar uit ’s-Hertogenbosch- wordt op dit moment onderzocht.
Dinsdag deed de politie op vijf plaatsen in ’s-Hertogenbosch, een locatie in Schijndel en in Boxtel huiszoekingen. Hierbij werden de twee Bosschenaren aangehouden. De mannen worden morgen voorgeleid aan de rechter-commissaris.
Vorige week kwam er opeens schot in de zaak. Toen werd bekend dat de politie twee bomen had omgezaagd op het landgoed om deze op sporen te onderzoeken. Sinds mei 2003 werkt een zogenoemd ”cold case-team” aan de zaak. Volgens de woordvoerder is de zaak nooit gesloten geweest.
Het waren de ouders Taminiau die hun zoons langs een bospad op hun terrein vonden. Nadat het tweetal ’s nachts niet was thuisgekomen, belden de ouders de politie. In de ochtend van 17 juli trof het echtpaar Taminiau de auto van zijn zoons aan op een bospad en even later ook de lichamen van Polle en Frank.
Een eindje verderop lagen de lichamen van Rinus den Boer (45) en Nico van Golde (39) uit Maastricht, beiden bekend bij de Limburgse politie als drugscriminelen. Van de laatste is bekend dat hij ooit veroordeeld is geweest voor handel in en productie van xtc.
Direct na het misdrijf werden een man en een vrouw aangehouden die zich in de Hilvarenbeekse bossen ophielden. Het tweetal bleek niets met de zaak te maken te hebben. Daarna richtte het onderzoek zich lange tijd op het drugsmilieu in Maastricht. In januari 1999 hield de politie een 47-jarige man aan uit die plaats. Hij was een bekende van de twee doodgeschoten drugscriminelen. De man is na korte tijd weer vrijgelaten.