Verdonk zet inburgeringsexamen door
Minister Verdonk (Vreemdelingenzaken en Integratie) houdt ondanks kritische kanttekeningen van een adviescommissie vast aan het kabinetsvoornemen nieuwkomers een verplicht inburgeringsexamen in hun land van herkomst te laten afleggen.
Volgens Verdonk jaagt zo’n examen de overheid helemaal niet op kosten, zoals de door haar ingestelde commissie–Franssen schrijft in een woensdag gepresenteerd advies. De migranten zelf of hun partners die hen naar Nederland willen halen, moeten die kosten volgens Verdonk grotendeels betalen.
Ook de verwachting van de commissie dat het examen door de lage eisen die mogen worden gesteld weinig bijdraagt aan de integratie, deelt Verdonk niet. Migranten proberen nu met nog minder basiskennis te integreren, stelt zij.
Volgens de commissie–Franssen worden de inburgeringsexamens een dure zaak. Nederland moet zorgen voor cursusmateriaal en het moet op meer dan 160 diplomatieke posten in het buitenland de mogelijkheid bieden de toetsen af te leggen. Volgens de commissie moet het kabinet dan ook nog maar eens goed nadenken of de kosten tegen de baten opwegen, temeer daar de exameneisen niet te hoog mogen zijn. Is dat wel het geval, dan zouden analfabeten of laagopgeleiden geen kans van slagen hebben.
De commissie vindt verder dat bij het examen alleen de beheersing van de Nederlandse taal moet worden getoetst. Het examineren van kennis van de Nederlandse samenleving raadt zij af. De nieuwkomers zijn nog niet in staat een dergelijk examen in het Nederlands af te leggen. Examinering in de eigen taal zou te duur worden.
Verdonk wil dat bij de examens wel degelijk de kennis over Nederland wordt getoetst, zoals de ligging en de geschiedenis. De kosten voor de overheid kunnen volgens haar laag blijven doordat de migrant het examen telefonisch doet bij de Nederlandse vertegenwoordiging in zijn land. Dat gebeurt in een gesprek van ongeveer twintig minuten. Na afloop krijgt hij of zij meteen te horen of de toets succesvol is afgelegd. Om fraude te voorkomen wordt gewerkt met een persoonlijke pincode.
In de Tweede Kamer hebben vooral VVD en LPF harde kritiek op het advies. Volgens VVD–Kamerlid Hirsi Ali heeft de commissie haar opdracht niet goed begrepen. Het inburgeringsexamen is volgens haar juist wel bedoeld om analfabeten en laagopgeleiden uit Nederland te weren. LPF’er Nawijn vindt dat het advies „meteen de prullenbak in kan".
Het CDA laat zich wat voorzichtiger uit, maar Kamerlid Sterk ziet geen reden van de invoering van het examen af te stappen. In het lage taalniveau dat volgens Franssen kan worden geëist, ziet zij geen belemmering. „We zijn steeds van een basisniveau uitgegaan, waarbij een migrant zo’n vijfhonderd woorden kent."
De PvdA vindt dat het kabinet moet onderzoeken of de kosten van het inburgeringsexamen opwegen tegen de baten. Volgens Kamerlid Deijsselbloem mag er geen „onbetaalbaar en bureaucarisch gedrocht" ontstaan.
GroenLinks ziet in het rapport–Franssen een bevestiging dat de inburgering beter in Nederland kan plaatsvinden. Ook het instituut voor multicultiurele ontwikkeling Forum vindt dat het kabinet van de invoering van de inburgeringsexamens in het buitenland moet afstappen.
De Kamerfracties van D66 en SP waren woensdag niet voor commentaar bereikbaar.