Meerdere ministers van Financiën van de eurolanden uitten hun vraagtekens en zorgen. Desalniettemin verwachtten de meesten dat vrijdag de eurogroep in zal stemmen met de deal.

Knelpunten zijn onder meer het privatiseringsfonds, maar ook de houdbaarheid van de Griekse schulden. Een ander punt van zorg is de betrokkenheid van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), dat pas in oktober zal beslissen of het 16 miljard euro zal bijdragen. Voor Nederland is het van cruciaal belang dat het IMF betrokken is. Staatssecretaris Eric Wiebes stelde dat Nederland „de zekerheid wil van het IMF dat ze dit programma ondersteunen”. De Slowaakse minister Peter Kazimir noemde het IMF „de waakhond van geloofwaardige maatregelen”.

Het IMF wil echter dat de eurolanden nadenken en bereid zijn aan schuldverlichting te doen. Maar veel eurolanden zoals Duitsland voelen niets voor de kwijtschelding van schulden. Eventueel zijn ze wel bereid voor andere vormen van verlichting zoals het verlengen van de looptijd van leningen. „Maar dat is nu niet aan de orde”, zei Wiebes. Hij vroeg zich ook af of het noodzakelijk is. In het najaar, na een eerste check of Griekenland zich aan de afspraken houdt, wordt hier pas over gesproken.

Een van de punten waar de eurogroep zich vrijdag over buigt, zal ook zijn wanneer Griekenland al kan rekenen op geld en op hoeveel. Het noodlijdende land moet 20 augustus een flinke afbetaling doen en het land heeft dit geld niet. De Duitse minister Wolfgang Schäuble toonde zich optimistisch dat er groen licht komt, maar anders hoeft Athene zich geen zorgen te maken; de eurolanden zouden dan bereid zijn voor een nieuw overbruggingskrediet.

Overigens met de instemming van de eurogroep is het derde programma nog geen feit. Eerst moeten een aantal parlementen, waaronder de Tweede Kamer en de Duitse Bondsdag, hun zegen geven aan de deal.