Deze week bleek dat werkende Nederlanders er volgend jaar 2,4 procent aan koopkracht bij krijgen, maar dat gepensioneerden 1,1 procent verliezen. Ook mensen met een uitkering verliezen volgend jaar 0,3 procent aan koopkracht.

Vicepremier Lodewijk Asscher zei meteen dat dat gerepareerd moet worden. Rutte zei daarover vrijdag: „We gaan ons best doen om tot een evenwichtig koopkrachtbeeld te komen.”

Rutte toonde zich ingenomen met het voortzettende economisch herstel. Ook de werkgelegenheid neemt toe, maar volgens Rutte nog onvoldoende. „Die cijfers bevallen ons nog niet.”

Directeur Liane den Haan van seniorenorganisatie ANBO reageerde hoogst verbaasd op de uitspraken van Rutte over het koopkrachtverlies van ouderen. „Hij zegt geen garanties te willen geven en dekt zich daarmee al bij voorbaat in. Dat is onbegrijpelijk voor de ruim 3 miljoen senioren die Nederland telt. Temeer omdat er ook een bij het kabinet bekend koopkrachtonderzoek ligt van ANBO, uitgevoerd door ITS en SEO. Dat onderzoek meldt klip en klaar dat er een koopkrachtgat is ontstaan tijdens de crisisjaren tussen gepensioneerden en werkenden. Gepensioneerden zijn er zes keer harder op achteruit gegaan dan werkenden. Ouderen willen nu echt boter bij de vis.”