Duitsland beperkt afluisteren
Duitsland heeft paal en perk gesteld aan het afluisteren van woningen door de politie. Het constitutioneel hof in Karlsruhe acht de huidige praktijken grotendeels in strijd met de grondwet.
De politie mag voortaan alleen nog bij bijzonder zware delicten verblijfplaatsen van verdachten afluisteren, oordeelden de rechters woensdag. De uitgebreide mogelijkheden van de politie in de gelaakte afluisterwet zouden de menselijke waardigheid aantasten.
De controverse duurt al sinds 1998. In dat jaar werd een wet aangenomen die het de politie mogelijk maakte om woningen af te luisteren. De maatregel was bedoeld om georganiseerde misdaad aan te pakken. Later werd de wet ook gebruikt om verdachten van terroristische activiteiten af te luisteren.
De rechters stellen in hun 141 pagina’s tellende vonnis echter dat iedere burger het onvervreemdbare recht heeft in zijn eigen woning met rust te worden gelaten. Afluisteren mag wel maar de Duitse regering moet een serie strenge voorwaarden in de omstreden wet opnemen om dit recht te garanderen.
Zo mogen verdachten niet worden afgeluisterd wanneer zij samen zijn met hun naaste familie. Ook als zij een afspraak hebben met hun advocaat, hun arts of een geestelijke is afluisteren taboe, tenzij er concreet bewijs is dat zij misdrijven beramen, zo menen de rechters. Op deze misdrijven moet bovendien een gevangenisstraf staan van minimaal vijf jaar. Verdachten van fraude mogen niet worden afgeluisterd.
Volgens minister van Justitie Brigitte Zypries maken de Duitse opsporingsdiensten slechts spaarzaam gebruik van de mogelijkheden die de wet biedt. Ze zei dat sinds 1998 toestemming is gegeven voor gemiddeld dertig afluisteroperaties per jaar. In 57 procent van de gevallen leidde dat tot arrestaties.