FNV hoopt op duidelijkheid van Imtech
GOUDA (ANP). Vakbonden FNV en CNV hopen dinsdag meer duidelijkheid te krijgen over de situatie bij technisch dienstverlener Imtech. De vakbonden hebben dan een gesprek met het bestuur van Imtech over de gerezen moeilijkheden bij het bedrijf.
De FNV wil van Imtech in elk geval horen wat de strategie voor de lange termijn is. „Daarbij gaan wij uit van een scenario waarbij de werkgelegenheid van de werknemers en hun arbeidsvoorwaarden gegarandeerd is”, zegt FNV-bestuurder Jan Meeder.
Het geplaagde Imtech vroeg donderdag faillissement aan voor de Duitse tak van het Nederlandse installatiebedrijf. En afgelopen weekeind liepen gesprekken met financiers over een extra lening van 75 miljoen euro stuk. „Het is een zorgelijke situatie”, stelt Meeder.
Maar saneren is geen optie meer, zegt de vakbondsman. „De afgelopen twee jaar is er al volop gesaneerd, waarbij zo’n 1500 banen zijn geschrapt. De mensen lopen nu al op hun tenen.” Toch hoopt hij dat er nog iets uit de hoge hoed komt. „Want het is zonde als al die kennis verloren zou gaan. Die mensen doen hun stinkende best om lopende projecten af te maken.”
Dat het bedrijf ten onder dreigt te gaan aan fraude noemt hij heel zuur. Imtech kwam ruim twee jaar geleden diep in de problemen, nadat jarenlange fraudepraktijken in Duitsland en Polen aan het licht waren gekomen. Imtech probeert sindsdien schoon schip te maken, maar dat proces verloopt bijzonder moeizaam.
De Vereniging van Effectenbezitters (VEB) riep Imtech maandag op zo snel mogelijk helderheid te scheppen over de financiële verbanden tussen de Nederlandse holding en het in faillissement geraakte Duitse dochterbedrijf. De belangenbehartiger van beleggers vreest de gevolgen van Duitse schulden waarvoor het moederbedrijf garant staat.
De VEB vindt verder dat de bij de financiering van Imtech betrokken banken open kaart moeten spelen. De vereniging wijst daarbij met name op ING, ABN Amro, Rabobank en Commerzbank. Zij horen niet alleen bij de circa veertig geldschieters van Imtech, ze hebben samen ook 47,4 procent van de aandelen van het noodlijdende bedrijf in handen.