Sinds zijn arrestatie bijna acht jaar geleden heeft Marc Dutroux uitsluitend achter gesloten deuren over zijn misdaden gesproken. Woensdagmorgen ondervroeg de voorzitter van het assisenhof in het Belgische Aarlen de verdachte voor het eerst publiekelijk. Staande verklaarde Dutroux dat hij een moeilijke jeugd heeft gehad. „Het was steeds hetzelfde probleem. Mijn moeder steunde me niet en mijn vader vond het moeilijk mij als zoon te accepteren.” Ook verwees de beklaagde naar de vakanties, die volgens hem „altijd verschrikkelijk waren.”

Dutroux verklaarde verder dat hij in juli 1995 thuiskwam van een rechtszitting in Charleroi (waar hij terechtstond voor autodiefstal) en toen plotseling de ontvoerde meisjes Julie en Mélissa aantrof. Op verzoek van medeverdachte Nihoul zou hij de meisjes hebben verborgen. Hij maakte een bestaande geheime bergplaats groter, zodat hij de meisjes daar kon onderbrengen. „Ik heb hen voor de keuze gesteld: Of jullie blijven bij mij, óf jullie gaan het netwerk van mijnheer Nihoul in.”

Dutroux bood woensdagmorgen zijn excuses aan voor het feit dat hij maandag tijdens de openingszitting van het proces in slaap was gevallen. Op het indutten van de verdachte was alom met grote verontwaardiging gereageerd. „Ik had gezondheidsproblemen, maar die zijn nu opgelost. Ik bied mijn verontschuldigingen aan aan iedereen die dacht dat ik de debatten niet volgde”, aldus Dutroux.

Intussen heeft een van de advocaten van Dutroux, Ronny Baudewyn, woensdagmorgen aangekondigd dat hij een aanklacht zal indienen tegen alle media die beelden verspreiden waarop Marc Dutroux in de rechtszaal herkenbaar is. Dutroux had voor aanvang van het proces uitdrukkelijk verzocht hem niet te fotograferen of te filmen. De meeste media gaven aanvankelijk gehoor aan zijn verzoek door hem op afbeeldingen onherkenbaar te maken. Inmiddels hebben diverse kranten onbewerkte foto’s van Dutroux gepubliceerd.