Dat de autoriteiten harder optreden tegen Joodse extremisten is het gevolg van een aanslag met een brandbom op 31 juli op een Palestijnse woning op de West­oever. Als gevolg daarvan kwamen een achttien maanden oude baby en zijn vader om het leven. De moeder van het kind en zijn broertje raakten zwaargewond. De autoriteiten spreken van „Joods terrorisme”, en het Israëlische veiligheids­kabinet heeft ingestemd met harde maatregelen om dit tegen te gaan. Zo kunnen verdachten lange tijd worden vastgehouden zonder aanklacht. De maatregel werd vooral gebruikt tegen Palestijnen die verdacht worden van lidmaatschap van milities, maar zelden tegen Israëliërs.

De twee ultranationalisten, Meir Ettinger en Eviatar Slonim, zijn zondag in „administratieve detentie” geplaatst voor betrokkenheid bij een extremistische organisatie, aldus het kantoor van de Israëlische minister van Defensie. De twee, allebei begin 20, werden vorige week opgepakt en zitten de komende zes maanden achter de tralies. Ook de vermoedelijke extremist Mordechai Meyer is opgepakt en voor een halfjaar in administratieve detentie geplaatst.

Israëlische mensenrechtenactivisten die namens de Palestijnen optreden en de advocaten van de Israëlische verdachten hebben het toepassen van administratieve detentie fel veroordeeld. „Het wordt uitgevoerd (…) zonder proces of aanklacht, en de verdachte kan zichzelf niet verdedigen tegen de beschuldigingen, omdat het bewijsmateriaal geheim is”, aldus de rechtengroep B’Tselem. „Deze maatregel is funest voor de democratie”, zei Aharon Rozeh, advocaat van Ettinger en Slonim.

Zondag werden invallen gedaan in nederzettingen op de Westoever en arrestaties verricht. Of die iets te maken hadden met de aanslag, wilde de politie niet zeggen.