„Gemeente moet serieus werk maken van beleid op zuipketen”
UTRECHT. Drankketen zijn niet meer weg te denken. Om te voorkomen dat er ongelukken gebeuren, horen gemeenten toezicht te houden. „En daar schort veel aan”, zegt Wim van Dalen van kenniscentrum STAP. „Politici pakken niet door, of ze geloven jongeren te snel op hun blauwe ogen.”
Veel gemeenten weten niet wat zich afspeelt in drankketen, stelt Van Dalen, directeur van STAP, het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid. „Daardoor ontbreken handvatten voor een goed beleid, dat voorspelbare problemen voorkomt. Bijvoorbeeld dat jongeren vanaf vijftien jaar de keten bezoeken, dat er veel te veel gedronken wordt en dat er op seksueel gebied dingen gebeuren die niet door de beugel kunnen.”
In mei stuurde staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid) een brief naar de Kamer met de boodschap dat gemeenten illegale keten niet langer moeten gedogen en krachtig moeten optreden.
Daar komt nog weinig van terecht?
„Inderdaad. Sinds vorig jaar ligt de handhaving van de Drank- en Horecawet bij gemeenten. De toezichthouders van de gemeenten hebben zich eerst op drankverstrekkers als supermarkten, horecagelegenheden en sportkantines gericht. Nu zouden de minstens 1500 drankketen die Nederland telt aan de beurt moeten zijn, maar daar merk ik nog weinig van.”
Gemeenten durven hun handen niet te branden aan drankketen?
„Ze moeten om te beginnen de keten in kaart te brengen. En dat vereist lef, want de gemiddelde keetbezoeker en zijn ouders zitten niet te wachten op bemoeienis van de gemeente. Ouders vinden het een veilig idee als hun kind in de buurt is.
Gemeenten moeten zich niet alleen laten leiden door opmerkingen van een paar keeteigenaren of jongerenwerkers. Die leggen de situatie veelal te rooskleurig uit.”
Moeten we de keten dichtgooien?
„Nee, dat is onmogelijk. Keten vervullen inmiddels een maatschappelijke functie. Dat aspect dient gewaardeerd te worden.”
Wat moeten gemeenten wel doen?
„Nagaan wat er in een keet gebeurt en wie er komen. Daarna goede afspraken maken en consequent zijn als er grenzen worden overschreden. Dat moet alleen al gezien de gezondheidsrisico’s van overmatig alcoholgebruik. En vergeet niet dat er soms nare dingen gebeuren na het bezoek aan een keet, zoals een tragisch ongeval.”
De jongeren zelf spelen geen rol?
„Iedereen heeft zijn eigen verantwoordelijkheid. Tegelijkertijd is bekend dat veel jongeren moeilijk maat weten te houden. Een ander punt is dat we de bal niet alleen bij hen kunnen leggen. Een kratje pils kost in de supermarkt soms niet meer dan 8 euro.
Ouders en de overheid hebben ook hun verantwoordelijkheid. Denk aan prijsafspraken voor supermarkten en aan een verbod op alcoholreclame.”
Hoe ziet de ideale drankkeet eruit?
„Het type verjaardagsfeestje, een privésetting, waar een niet te grote, vaste groep jongeren bij elkaar zit. De jeugd drinkt met mate en betaalt de alcohol uit eigen zak, zodat er niet aan de drank wordt verdiend. En jongeren onder de achttien drinken alcoholvrij.”
Ede zoekt de dialoog met bezoeker keet
EDE. Ede wil geen drankketen opdoeken, want de gemeente weet dat dit niet lukt, vertelt gemeentewoordvoerder Henk Faas. „Als je een keet sluit, gaan jongeren elders verder.”
De gemeente stuurt aan op samenwerking met jongeren en hun ouders. „Als we op een keet stuiten, gaan jongerenwerkers het gesprek aan. Ze inventariseren wie de keet bezoeken, wat de leeftijd van deze jongeren is, of ouders toezicht houden en of het onderkomen veilig is. Vervolgens worden afspraken gemaakt. Overlast, commerciële keten en onveilige situaties staan we niet toe.”
De gekozen aanpak werkt. „Vroeger stonden de partijen tegenover elkaar en bestond het beeld dat de gemeente er enkel op uit was om een keet te sluiten. Tegenwoordig is er sprake van een dialoog. Naast dergelijke gesprekken doen we het nodige aan preventie en geven we voorlichting over alcohol.”