Laten kerken gezamenlijk schuld belijden vanwege Jodenhaat
Kerken doen er goed aan om in gezamenlijkheid een schuldbelijdenis te doen vanwege antisemitistische uitspraken die in het verleden zijn gedaan, betoogt drs. C. van Atten.
In de media is recent een discussie ontstaan naar aanleiding van een oproep van Joodse prominenten aan Nederlandse kerken om een mea culpa (erkenning van schuld) over Jodenhaat uit te spreken. Het betreft daarbij vooral uitspraken van Maarten Luther.
Het niet gemakkelijk om je daarover een mening te vormen. Bovendien kunnen mea culpa’s erg goedkoop zijn, zeker als het daarbij blijft. Je kunt je verder afvragen of het niet wat gemakkelijk is om, dankzij verworven inzichten, te oordelen over uitspraken van anderen die over die inzichten nog niet beschikten. Anders gezegd: de wereld van de late middeleeuwen was een totaal andere wereld dan die van 2015. Dat vraagt om de nodige zorgvuldigheid. Maar dat mag geen reden zijn om maar niets te zeggen.
Een relevante vraag is ook: wat hebben mensen van nu te maken met woorden en daden van mensen van ongeveer 500 jaar geleden? Hiervoor geldt echter: wanneer men in een bepaalde traditie wil staan, zal men ook afstand moeten nemen van wat in die traditie onjuist was. Daarom dienen kerken, het liefst in gezamenlijkheid, de oproep van de Joodse prominenten zeer serieus te nemen.
Luther
Dat er excuses aangeboden moeten worden, is duidelijk wanneer men uitspraken die gedaan zijn, bestudeert. De kerkhervormer Maarten Luther heeft verschrikkelijke woorden gebruikt richting de Joden. Zijn woorden zouden in een blad als het RD niet passend geacht worden; het zou zonder twijfel verlies van abonnees opleveren.
De zeer negatieve opvattingen van Luther zijn des te opmerkelijker als bedacht wordt dat de ‘jonge’ Luther zich juist positief heeft uitgelaten over de Joden. Hij schreef een boekje met als titel ”Dat Jezus Christus een geboren Jood is”. Daarin doet hij een appel op de christenheid van zijn dagen om Joden positief te benaderen, Christus was immers ook een Jood.
Luther citeert verder meer dan eens een lied waarin de volgende regels voorkomen: „Onze grote zonde en zware euveldaad/ heeft Jezus, de ware Zoon van God, gekruisigd kwaad./ Daarom jou arme Juda, met heel de Jodenschaar/ mogen wij niet beschimpen, ’t is onze schuld voorwaar.”
Het is betreurenswaardig dat Luther later zulke vreselijke woorden gebruikte over de Joden. Wat daar achter gezeten heeft is een hoofdstuk apart. Had hij gehoopt dat de Joden zich zouden voegen bij de beweging van de Reformatie, nu er nieuw licht op de Schriften was gevallen? Was hij zo teleurgesteld toen hij merkte dat dit niet het geval was en liet hij zich vervolgens verbaal volkomen gaan waar het de Joden betreft? Voor alle duidelijkheid: met het positieve kan het vele negatieve absoluut niet ongedaan gemaakt worden.
Plaag
Luther was helaas niet de enige theoloog die verwerpelijke uitspraken over Joden heeft gedaan. Calvijn spreekt geregeld positief over de Joden. Hij stelt dat de hemelse zegening niet geheel van hen is weggegaan. Toch zijn er ook bij hem negatieve bewoordingen te vinden die er niet om liegen. Al is hij gematigder dan Luther.
Kijken we rond in de wereld van toen, dan komen we ook de humanist Johannes Reuchlin tegen. Het is van hetzelfde laken een pak: „Je verbeteren of eruit”, is zijn oproep aan de Joden. De gedoopte Jood Pfefferkorn blaast ook zijn partij mee in dit concert. Hij stelt dat alle Hebreeuwse boeken, met uitzondering van het Oude Testament, verbrand moeten worden. Hij pleit er wel voor dat alle hinderpalen tot een bekering van Joden moeten worden weggenomen.
De rooms-katholieke theoloog en tegenstander van Luther Johannes Eck kon er ook wat van. Hij noemt de Joden „ein gotslesterlich Volck.” De humanist Erasmus heeft het over het Jodendom als „verderfelijkste plaag en bitterste vijand.” Een conclusie van de gezaghebbend theoloog Heiko Obermann in het boek ”Wortels van het antisemitisme” over Erasmus en het antisemitisme luidt: „Heel het denken van Erasmus is doortrokken van een virulent, theologisch anti-judaïsme.” Dat geldt overigens voor heel christelijk Europa in die tijd.
Consequenties
Er zijn weliswaar Nederlandse en Duitse kerken die hun schuld al hebben beleden en in preken en gebeden hun schuld hebben erkend. Toch zou het goed zijn als alle Europese kerken (nogmaals) gezamenlijk een schuldbelijdenis zouden uitspreken. Daarbij moet uiteraard opgepast worden voor goedkope woorden. Bovendien mag niet vergeten worden dat een oprecht mea culpa consequenties heeft.
De auteur is christelijk gereformeerd emeritus predikant.