De Hooftstraat in Alphen is een geplaagd gebied
ALPHEN A/D RIJN. Het was al geen vetpot voor ondernemers in de Hooftstraat van Alphen aan den Rijn, maar een langdurige afsluiting na het ongeval van maandag maakt dat alleen nog erger. Hoewel: voor even ligt de straat weer in het centrum van het bewustzijn van de Alphenaren.
Alphen aan den Rijn, de dag na het kraanongeval. De afzettingen van maandagmiddag zijn alweer opgeheven. Alphenaren lopen in en uit om de ravage met eigen ogen te aanschouwen. Moeders met kinderen, oudere echtparen, mannen op scooters en senioren met een rollator: over aanloop hebben ondernemers aan de Hooftstraat, voor even althans, niet meer te klagen.
Het is een geplaagd gebied, zoveel is zeker. De weg ten oosten van de Oude Rijn herbergt multiculturele restaurants, winkels en cafés, die het afgelopen jaar flinke omzetverliezen hebben moeten slikken. Het zuidelijker gelegen Thorbeckeplein, dat het gebied met het centrum verbond, ondergaat een verbouwing, en de Julianabrug ten noorden van de Hooftstraat is vanwege de renovatie sinds maart gesloten. Resultaat: het grote publiek liet de toch al wat afgelegen winkelstraat in toenemende mate links liggen. ”Wij hebben u als klant nodig!” staat dan ook te lezen op een A4’tje voor het raam van een chocoladewinkel.
Bloedende man
„Eerst de sloop van het plein, toen ging de brug dicht en nu is ook nog eens de straat afgesloten”, vertelt Anwar Betteui (34), eigenaar van afhaalzaak Rasa Baru. „Ik blijf verlies draaien.”
Betteui zag het ongeluk gebeuren. Zijn winkel ligt 50 meter ten zuiden van de plek des onheils. Hij snelde ernaar toe en herinnert zich vooral stof, huilende mensen en een licht bloedende man.
Dertien huizen zijn tijdelijk onbewoonbaar verklaard, zegt een woordvoerder van de brandweer. „Het gaat zeker nog anderhalve week duren voordat de straat weer wordt heropend.”
Collega’s Bernadet (58) en Edwin (45) lopen elke middag tijdens de lunch door de Hooftstraat. „We hebben maandagmiddag, voordat het ongeluk gebeurde, nog naar het gevaarte staan kijken vanaf de kade”, vertelt Bernadet. „Twee uur later op het werk hoorden we opeens van het ongeluk.”
Ramptoeristen
Het is dinsdagmiddag een komen en gaan van mensen. Een stuk of dertig ramptoeristen staan langs het politielint. Bijna iedereen maakt foto’s met mobiele telefoons. Ze blijven een paar minuten kijken en vertrekken dan weer. De sfeer is rustig en iedereen heeft zijn eigen kijk op wat er fout is gegaan.
Bernadet blijft nuchter: „Er zijn geen mensen getroffen, het zijn maar spullen.”
En ondernemer Betteui constateert dat de omzet op de dag van het ongeluk hoger lag dan gebruikelijk op maandag. „Omstanders kochten flesjes water en ’s avonds kwam de brandweer hier eten. Een geluk bij een ongeluk.” Hij grijnst.