Binnenland

Vertrekregeling topambtenaren Zeeland blijft geheim

DEN HAAG. Gedeputeerde Staten van Zeeland hoeven de percentages in de vertrekovereenkomsten met twee voormalige directeuren niet openbaar te maken.

Van onze correspondent
5 August 2015 11:20Gewijzigd op 15 November 2020 20:52
beeld ANP
beeld ANP

Dit bleek woensdagmorgen uit een uitspraak van de Raad van State in een hoger beroepszaak die voormalige provincieambtenaren tegen het provinciebestuur hadden aangespannen. De afdeling bestuursrechtspraak bevestigt hiermee een eerdere uitspraak van de rechtbank in Den Bosch.

Namen van ambtenaren en hun salarisgegevens worden gezien als persoonlijke en dus te beschermen gegevens. Naar het oordeel van de Raad van State heeft het provinciebestuur terecht geweigerd de percentages in de vertrekovereenkomsten openbaar te maken, omdat aan de hand daarvan kan worden berekend welk bedrag de ex-directeuren bij benadering zullen ontvangen vanaf hun vertrek tot aan hun pensioen.

Het provinciebestuur mocht het belang van bescherming van de persoonlijke levenssfeer dan ook zwaarder laten wegen dan het publieke belang bij openbaarmaking van de percentages, aldus de hoogste bestuursrechter.

In 2012 werd in het provinciehuis in Middelburg een grootscheepse reorganisatie doorgevoerd. Zo’n 160 ambtenaren maakten toen gebruik van een vertrekregeling voor 57-plussers, ook wel de non-activiteitsregeling (NAR) genoemd. De meesten konden met die regeling tot aan hun pensioen aanspraak maken op circa 
70 procent van hun laatst­verdiende loon. Toen enkele ambtenaren ontdekten dat met de twee leidinggevenden buiten de NAR om een aparte, ruimere vertrekregeling was overeengekomen –het zou gaan om 90 procent–, stapten vijf van hen naar de rechter. Dit nadat de provincie weigerde hun verzoek om die regeling openbaar te maken in te willigen.

Zij vroegen om openbaarmaking, zodat het vijftal op grond van het gelijkheidsbeginsel ook aanspraak kon maken op de financieel gunstiger regeling die de twee topambtenaren, provinciesecretaris Viek Verdult en directeur economie en mobiliteit Johan Stalknecht, hadden gekregen.

De rechtbank in Den Bosch stelde hen in september 2014 echter in het ongelijk. Daarna stapten de ambtenaren naar de Raad van State, om daar met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur openheid van zaken te eisen. „Ze gingen niet naar de Raad van State voor een hogere vergoeding”, aldus een woordvoerster van de Raad van State desgevraagd. „Openbaarmaking van de overeenkomsten met de directeuren zagen ze wel als een stap daarheen.”

De NAR heeft niet alleen geleid tot een procedure bij de Raad van State. De provincie ging naar de Hoge Raad vanwege een boete van 16 miljoen euro van de Belastingdienst.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer